Deel dit artikel

als voorbereiding op de synode over het gezin in rome in oktober 2015 wordt de kerkelijke leer over huwelijk en gezin druk bediscussieerd in de katholieke gemeenschap. deze nieuwe aandacht vloeit ook voort uit de toegenomen complexiteit van het gezinsleven en van de gezinsvormen zelf. vele theologen onderstrepen de waarde van het huwelijk, anderen focussen ook op het belang van de spirituele beleving in het dagelijkse gezinsleven.

Geloof en gezin

Annemie Dillen

Wie in een Vlaamse context aan ‘normen’ en ‘gezin’ denkt, komt niet zelden uit bij de katholieke kerk en bedoelt dan het officiële Roomse leergezag. De combinatie van ‘gezin’ en ‘katholieke theologie’ roept beelden op rond allerlei verboden (zoals contraceptie, echtscheiding, hertrouw, homoseksualiteit) of duidelijke normen (zoals de belofte van levenslange trouw bezegeld met een sacramenteel huwelijk). In een tijd en een samenleving waarin velen argumenteren dat mensen toch zelf over zulke zaken beslissen, kun je de vraag stellen waarom de katholieke kerk nog steeds dergelijke visies propageert. In deze bijdrage laat ik zien dat het plaatje van de katholieke theologie over gezinsthema’s heel wat meer schakeringen bevat. Over de kerkelijke leer over huwelijk en gezin wordt onder katholieken druk gesproken de laatste jaren, in voorbereiding van de gezinssynode in Rome in oktober 2015. Christelijke theologen schuiven nog andere aspecten van gezinsleven naar voren en kijken ook naar de spirituele beleving in het dagelijkse gezinsleven. Toch is er van een uitgewerkte katholieke theologie van gezinnen nog steeds nauwelijks sprake. Wereldwijd hebben theologen wel al uitgebreid geschreven over het huwelijk en daarmee samenhangende thema’s als echtscheiding en hertrouw, ongehuwd samenwonen en homoseksualiteit. Wanneer het echter over het gezin gaat, kwam tot vrij recent vrijwel uitsluitend de religieuze opvoeding van de kinderen aan bod. Over ouder-kindrelaties en gezinsbeleving werd weinig geschreven, en expliciete kerkelijke teksten zijn er nog minder.

Sinds het begin van de 21e eeuw lijkt daar langzaam verandering in te komen. Dit heeft onder andere te maken met een groeiende groep vrouwelijke academische theologen die hun eigen ervaring met kinderen mede als uitgangspunt voor hun theologische denken nemen. Het hangt ongetwijfeld ook samen met een sterkere aandacht in de humane wetenschappen in het algemeen voor de beleving van mensen op microniveau, voor de kleinere en vaak ongeziene verhalen van ‘gewone mensen’. Maar bovenal vloeit de nieuwe aandacht voor het gezinsleven voort uit de toegenomen complexiteit van het gezinsleven en de gezinsvormen zelf. Tradities zijn niet meer wat ze geweest zijn en de evidentie van het huwelijksgezin ligt al een tijd achter ons. Dat is precies ook het vertrekpunt van het boek Family’s Many Faces – La famille au pluriel. Contemporary Family Patterns, Challenges for Christians. Les modèles familiaux contemporains, défis pour les Chrétiens. De titel en de verschillende bijdragen in dit boek laten zien hoe een christelijk theologisch denken de veelheid aan gezinsvormen én gezinsbelevingen serieus kan nemen.

Christelijk theologisch spreken over het gezin bestaat vandaag niet alleen meer in het uitleggen van de waarde van het heteroseksuele, monogame en duurzame huwelijk

Christelijk theologisch spreken over het gezin bestaat vandaag niet alleen meer in het uitleggen van de waarde van het heteroseksuele, monogame en duurzame huwelijk. Opvallend in de genoemde publicatie is bijvoorbeeld het ‘Petit essai sur le sentiment d’inadéquation de nombreux parents dans le monde organisationnel’ (Klein vertoog over het gevoel van vele ouders organisatorisch tekort te schieten) van Martin David-Blais. Dit gevoel leidt bijvoorbeeld op het internet tot facebookgroepen zoals ‘the gentlemom’ of de ‘club van relaxte moeders’. Het zijn groepen van vrouwen die hun ervaringen met vooral jonge kinderen willen delen en laten zien aan elkaar dat het bij hen ook niet allemaal rozengeur en maneschijn is. Tegelijk vermoeden ze dat anderen van hen verwachten dat ze de perfecte moeder zijn. Bovendien dragen heel wat berichten en foto’s op Facebook of Instagram ook bij tot dat beeld van perfectie. Al die zogenaamd ideale beelden leiden tot andere, meer genuanceerde verhalen online, maar dus ook tot hoofdstukken in theologische boeken. Eerder schreef de Amerikaanse theologe Bonnie J. Miller-McLemore over ‘goed genoeg ouderschap’: ouders moeten niet perfect willen zijn. Als christelijke theoloog stelt ze dat ouders ook in hun beperkingen geliefd zijn door God. Het durven en kunnen loslaten van idealen die weliswaar mooi zijn, maar de menselijke beperktheid overstijgen, is een belangrijke uitdaging voor iedereen. Als we in onze ‘ik heb het altijd te druk’-tijd al over ‘zonde’ kunnen spreken in relatie tot gezinsbeleving, dan betekent dat voor heel wat mensen het willen perfect zijn en alles combineren, aldus Miller-McLemore. Geloven kan mensen ondersteunen, want laat mensen ervaren dat menselijke perfectie niet hoeft om aanvaard te worden.

Theologische bijdragen over gezinnen vandaag focussen vooral op het belang van spiritualiteitsbeleving in gezinnen, in combinatie met algemene idealen zoals rechtvaardigheid, gelijkwaardigheid tussen partners of geweldloosheid. Daarbij is het omgaan met grenzen en beperkingen een belangrijk aspect. In Family’s Many Faces worden verschillende bijdragen gewijd aan spiritualiteit in gezinnen. Christelijke spiritualiteit is niet alleen iets van vaste plaatsen, zoals kerken of bedevaartsoorden, of afgebakende tijdstippen, zoals de momenten van de eredienst. Mensen beleven geloof ook in expliciete en minder expliciete vorm te midden van de chaos van het dagelijkse leven. Ook eten bereiden, onderhandelen over de tijdsbesteding tijdens het weekend of kinderen in bed leggen kunnen een spiritueel karakter krijgen. Daarmee wordt bedoeld dat mensen sporen van God of van het heilige kunnen ervaren in de dagelijkse, niet altijd even spectaculaire zorg voor elkaar, maar ook in moeilijkere momenten.

Hoewel de beleving van geloof en spiritualiteit in gezinnen soms onzichtbaar en onderbelicht blijft, is het een thema dat relatief weinig discussie oproept binnen de katholieke theologie. Dat is allicht ook de reden waarom in de reflectie over de twee katholieke bisschoppensynodes over het gezin in Rome (oktober 2014 en oktober 2015) telkens opnieuw verwezen wordt naar het achterliggende thema: de evangelisering. De aankomende synode heeft als titel: ‘De roeping en zending van het gezin in de Kerk en de wereld van vandaag’. Een van de centrale vragen is: hoe kan geloof in gezinnen worden beleefd en hoe kunnen gezinnen geloof ook uitdragen? De ervaring van er niet helemaal bij te horen, bijvoorbeeld doordat men (althans in theorie) de communie niet mag ontvangen als men uit de echt gescheiden en hertrouwd is, kan de beleving van geloof in gezinnen in de weg staan, zo klinkt het vandaag steeds duidelijker. Kinderen stimuleren om hun eerste communie te doen terwijl je als ouder zelf niet tot de communie wordt toegelaten, is niet zo evident. Verschillende kerkleiders brengen vandaag expliciet een discours over barmhartigheid, vanuit de overtuiging dat elk gezin, in welke vorm dan ook, met geloof in contact moet kunnen komen. In België zijn er vele plaatsen waar gezinnen in vele vormen welkom geheten worden in de kerk, maar op wereldschaal is dat niet altijd zo.

Heel wat geëngageerde katholieken onderschrijven het belang van het huwelijk, zonder daarbij een negatieve houding aan te nemen tegenover andere samenlevingsvormen

Het discours om gezinnen in hun diverse belevingen vanuit de kerk nabij te zijn, is mooi, maar neemt niet weg dat het normatieve ethische discours van de katholieke kerk vragen blijft oproepen. De titel van Family’s Many Faces wijst onder andere op de complexiteit van gezinnen vandaag. Een van de centrale vragen daarbij is wat de rol van het huwelijk is, en vooral moet zijn. Twee toonaangevende auteurs op het vlak van ethiek en theologie van het gezin laten hierover hun stem horen in dit volume: de Franse katholieke moraaltheoloog Xavier Lacroix en de Britse anglicaanse theoloog Adrian Thatcher. Beiden wijzen op het belang van het huwelijk. In een samenleving waarin steeds meer mensen ongehuwd samenwonen (met of zonder kinderen) of alleenstaande ouder zijn, klinkt een dergelijk pleidooi al gauw als een vorm van maatschappijkritiek, maar dat is niet noodzakelijk zo. Ook vandaag nog onderschrijven heel wat geëngageerde katholieken het belang van het huwelijk, zonder daarbij een negatieve houding aan te nemen tegenover andere samenlevingsvormen.

Een gelijkaardig standpunt vinden we ook terug in de bijdrage van Adrian Thatcher. Hij vertrekt vanuit het belang van de kinderen en stelt dat als je kinderen hebt of wil hebben, het huwelijk duidelijk te verkiezen is. Hij baseert zich hiervoor op menswetenschappelijk empirisch onderzoek en formuleert ook enkele aanbevelingen. Het allerbelangrijkste volgens hem is om prioriteit te geven aan kinderen en om daarom ook het huwelijk te ondersteunen. Tegelijk vindt hij dat alle familiale vormen een vorm van ondersteuning verdienen: ‘Als de kerken alle zogenaamde “niet-traditionele” of “irreguliere” gezinnen van zich vervreemden, dan zullen ze meer dan de helft van de volgende generatie van jonge mensen van zich vervreemden.’ Precies dezelfde uitspraak hoorde ik onlangs uit de mond van een vooraanstaand kerkelijk leider tijdens een internationaal colloquium in voorbereiding van de gezinssynode in oktober 2015. Het is belangrijk om huwelijkse waarden als engagement, duurzaamheid en liefde, overal te promoten. En verder, in de lijn van één van de verschillende posities hierover binnen de anglicaanse kerk, stelt Thatcher dat de ‘erkenning van huwelijkswaarden ook de ondersteuning van homoseksuele en lesbische relaties omvat’.

De eerste en tweede aanbeveling over de waarde van het huwelijk, beargumenteerd vanuit het belang van het kind, komen quasi identiek terug bij Xavier Lacroix, en ook bij vele anderen. Lacroix wijst echter zeer duidelijk op het belang van een vader én een moeder voor kinderen, en zet zich daarbij af tegen eenouderschap of homo-ouderschap. Niet alle gezinsvormen zijn evenwaardig, zo klinkt hier en elders binnen deze stroming. De discussies lopen dwars doorheen verschillende christelijke tradities heen. Het gaat niet zozeer over verschillen in theologische visies tussen katholieken en protestanten of anglicanen: binnen elk van deze groepen liggen heel wat discussiepunten, die vrijwel altijd de positie van het huwelijk betreffen. Zoals ik hierboven al schreef, omvat de theologische reflectie over gezinnen – gelukkig – ook meer.

Waar hebben onze samenleving en gezinsleden vandaag het meeste nood aan? Minstens drie stromingen in het theologische denken over gezinnen wijzen op belangrijke waarden, die grotendeels complementair lijken te zijn, maar soms ook in spanning zijn. Een eerste groep theologen focust op het dagelijkse gezinsleven in al zijn complexiteit en verscheidenheid. Over het belang van spiritualiteit, de ontmoeting met Christus in het dagelijkse leven, of de ervaring dat er ‘meer is’ te midden van de dagelijkse rush, zijn velen het daarbij min of meer eens. Een andere groep omvat theologen en kerkleiders die denken in de lijn van Thatcher, met een focus op het belang van het huwelijk voor kinderen, of in een meer uitgesproken versie zoals Lacroix. Ze wijzen op het belang van de belofte, de wil, de trouw en de instituties; een deel van hen, zoals Lacroix, ziet dit alles bij uitstek weerspiegeld in het heteroseksuele huwelijk. In een samenleving waarin duurzaamheid vooral opgang maakt wat milieukwesties betreft en veel minder wat relaties aangaat, lijkt dit vrij klassieke discours voor specifieke groepen juist weer heel aantrekkelijk te worden. De vraag is evenwel of de maatschappelijke prestatiedruk tegelijkertijd niet dermate hoog is dat we eerder nood hebben aan een discours waarbij de kernidee is om ‘de beperktheid en de kwetsbaarheid van mensen te erkennen en aandacht te schenken aan het “goed genoeg” mogen zijn.’

Moet de focus eerder liggen op Gods liefde voor de mens of op het menselijke antwoord en het ethische leven?

Dit idee van ‘goed genoeg’ mogen zijn omschrijf ik hier als een derde stroming – waarbinnen ik mezelf ook plaats. Deze gaat voor een deel samen met de eerste groep. Ook voor dit ‘goed genoeg’-discours zijn aanknopingspunten te vinden in de christelijke traditie, die het heeft over een God voor wie elke mens, los van concrete prestaties, belangrijk is. We komen hier dicht bij een eeuwenoude en nog steeds spannende theologische vraag, namelijk hoe vrije wil en eigen goede of slechte daden met morele consequenties samen te denken zijn met de ontvangen genade en met Gods liefde voor iedereen. Of anders gezegd: moet de focus eerder liggen op Gods liefde voor de mens of op het menselijke antwoord en het ethische leven? In de katholieke traditie gaan beide samen. In de publieke opinie klinkt vaak alleen het morele discours door: enerzijds omdat het op bepaalde vlakken sterk botst met het vigerende ethos in de westerse samenleving, anderzijds ook omdat de verwijzingen naar Gods liefde in een geseculariseerde context weinig gehoor vinden.

Een heel aparte kwestie in de manier waarop gezinnen omgaan met geloof en ethiek betreft het niet te negeren probleem van familiaal geweld. Hoe zeer mensen ook verlangen naar een gezinsleven – ook in België in de 21e eeuw – voor velen blijft het een gevaarlijke plaats, en is het allerminst een ‘veilige haven’ of het gedroomde ‘knusse nest’. Als te veel nadruk gelegd wordt op aspecten als belofte, wil, huwelijk en duurzaamheid, kan de indruk worden gewekt dat mensen tot elke prijs moeten samenblijven of dat alles wel goed zal zijn als men gehuwd is. Dat dit laatste allesbehalve evident is wordt niet steeds opgemerkt. Het is positief dat er recent toch enige, zij het nog steeds beperkte, theologische aandacht is voor thema’s als geweld tegen kinderen en partners. Ook één bijdrage in Family’s Many Faces gaat hierover. Hierin wordt het bekende spreekwoord ‘ieder huisje heeft zijn kruisje’ in twijfel getrokken door duidelijk te maken dat niet elk gedrag goed te praten is, ook al is elke mens op zich wel waardevol. Het zou een prioriteit moeten zijn om de thematiek van geweld in gezinnen en de mogelijk positieve, maar soms ook negatieve rol van christelijke gemeenschappen en van theologie hierin meer onder de aandacht te brengen. Hoewel de maatschappelijke en kerkelijke aandacht voor dit onderwerp enigszins is toegenomen, is hier nog een lange weg te gaan.

De synode over het gezin die in oktober 2015 plaatsvindt, zet de thematiek van gezinnen, theologie, ethiek en pastoraat uitdrukkelijk op de kaart en doorbreekt het taboe dat bij theologen min of meer rustte op thema’s rond gezin, relaties en seksualiteit. Veel van wat theologen uit angst voor kerkelijke sancties niet meer ter sprake brachten, wordt weer bespreekbaar. Verwachten dat een consensus bereikt wordt of dat een fundamentele verandering ingezet wordt, is allicht niet zeer realistisch. Wel mag het duidelijk zijn doorheen alle discussies, wetenschappelijke bijdragen en stellingnamen, dat gemeenschap vormen, inzetten op verbondenheid tussen de generaties, tussen gezinsleden onderling en tussen gezinnen en bredere gemeenschappen of netwerken, essentieel is. Zorgen dat mensen zich verbonden weten met anderen is een kernthema in het theologische denken en pastorale handelen, een grote uitdaging in de westerse samenleving, en een duidelijke bekommernis in de inzet van de synode.

Karlijn Demasure, Elaine Champagne, Ramón Martínez de Pisón, Martin Rovers, Marie-Rose Tannous (ed.), Family’s Many Faces / La famille au pluriel. (Parijs / Leuven / Dudley MA: Peeters Publishers, 2014).
Voor informatie over de synodes: http://www.gezinspastoraal.be/1046

Annemie Dillen is als theoloog verbonden aan de KU Leuven.

Deel dit artikel
Gerelateerde artikelen