Deel dit artikel

niemand in de westerse wereld ontsnapt nog aan de invloed van de technologie. we zijn onherroepelijk verbonden met cyberspace, waar de data doorlopend van en naar ons vloeien. en het ziet ernaar uit dat de ontwikkeling van de techniek op een nauwelijks voor te stellen manier verder zal gaan. wetenschappers die proberen de toekomst in kaart te brengen zijn er genoeg, maar hebben zij wel oog voor de schaduwzijdes van een leven als cyborg?

Het leven als cyborg

Heleen Pott

Toen op 11 september 2001 een gekaapt vliegtuig het WTC penetreerde, werd dat toevallig op video vastgelegd door een cameraploeg die in de buurt aan het filmen was. Bij de inslag van het tweede vliegtuig zoemden er al meer camera’s in Lower Manhattan. Dankzij de snelle actie van CNN en andere tv-stations hoefden New Yorkers die ochtend niet eerst de straat op, om te zien wat er aan de hand was. De gebeurtenissen waren onmiddellijk te volgen in de huiskamer, waar ook al snel reacties uit de rest van de wereld binnenkwamen. En terwijl ooggetuigen hun verhaal deden op tv en de rook het scherm zwart kleurde, werden er vanuit de brandende torens wanhopige laatste gesprekken gevoerd per mobiele telefoon.

De overvloedige footage van de aanslagen is voor William Mitchell, hoofd van de afdeling mediakunst en hoogleraar architectuur aan het Massachusetts Institute for Technology, een bewijs te meer dat het nieuwe millennium gekenmerkt wordt door ongekend elektronisch engagement van de burger met zijn stedelijke omgeving. Nooit eerder waren we zo intiem betrokken bij wat zich om ons heen afspeelt, nooit eerder was de communicatie zo intens, volgens Mitchell. Ontelbare elektronische ogen en oren spinnen hun web over de stad en verbinden alles en iedereen, zelfs de intiemste details ontsnappen niet aan hun aandacht. Ook in crisistijd blijven die netwerken zorgen voor continuïteit. Op de dag dat het WTC instortte, raakten de telefoonverbindingen overbelast, maar internet bleef operationeel.

Het is al vaker opgemerkt: het dagelijkse leven in postmoderne steden is ondenkbaar geworden zonder computertechnologie. Communicatie, financiële transacties en diensten vinden steeds vaker plaats in cyberspace, de nieuwe ruggengraat van het urbane samenleven. Digitale codes bepalen zo ongeveer alles wat er in onze leefwereld van belang is. Wij shoppen in virtuele showrooms, betalen met de pinpas, boeken vakanties on line, maken onze foto’s digitaal en worden bij dat alles voortdurend in de gaten gehouden: door bewakingscamera’s in banken, winkels en op straat, door snelheidscontroleurs onderweg en door een systeembeheerder op het werk en in de bibliotheek, die stap voor stap onze activiteiten on line kan traceren. De opmars van computergemedieerde multimedia en hun koppeling in globale netwerken zoals WWW heeft ons dagelijkse leven, en daarmee ook onszelf, in korte tijd revolutionair veranderd. In ME++ onderzoekt Mitchell de impact van die verandering. Hij vraagt zich tevens af welke kant het straks zal opgaan.

Het is een complex aan factoren dat volgens Mitchell de revolutie mogelijk heeft gemaakt. Onze media zijn behalve gedigitaliseerd ook in rap tempo kleiner en onzichtbaarder geworden, en ze zijn bovendien inmiddels draadloos. De gigantische zendmasten van Marconi die honderd jaar geleden de eerste verbinding over de oceaan moesten verzorgen, zijn verdwenen. Daarvoor in de plaats kwamen elegante vederlichte mobieltjes met satellietverbinding, geschikt voor gebruik in bed of in bad, in de auto of in de rij bij de supermarkt. In plaats van de ouderwetse jukebox uit de jaren vijftig kwam Ipod, een muziekbox op zakformaat met een eigen collectie favorieten, die het gesjouw met walkman of gettoblaster overbodig maakt. En dankzij WiFi is de multimediabranche steeds gebruiksvriendelijker geworden. Het is nu niet langer nodig een wirwar aan kabels door de kamer te trekken, om de diverse media met elkaar te koppelen De ondoorgrondelijke handleidingen voor het aansluiten van ondersteunende apparatuur zijn al bijna overbodig. Amerikaanse fabrikanten hebben inmiddels een module ontwikkeld die simpel in het stopcontact kan worden gestoken en dan draadloos verbinding maakt met PC en notebook, en ook de printer, de scanner en de brander installeert. En de ontwikkelingen zijn niet bij te houden.

Nu al zijn er mobieltjes met kleurendisplay, bluetooth, camera en geheugeningebouwde MP3-speler, waar we mee kunnen fotograferen, e-mailen, sms-en, gamen, muziek afspelen, de weg vinden in de stad, en straks ook nog eens films en televisie kijken. Voor de dames verandert het display in een handspiegeltje als het ding uitstaat, en het geheel weegt minder dan 100 gram. Natuurlijk zal de nieuwe elektronica het dagelijkse leven nog verder gaan veranderen. Dat we dankzij lichtgewicht multimedia notebooks ook in de trein, in het vliegtuig of op vakantie kunnen werken en vergaderen wisten we al. Auto’s vol draadloze technologie zullen straks automatisch reageren op verkeerssignalen, slimme huizen zullen iedereen screenen die komt en gaat en de vaste bewoners telkens hartelijk verwelkomen. De koelkast zal automatisch onze inkopen doen en vertellen wanneer de houdbaarheidsdatum van producten is overschreden.

Maar Mitchell schotelt ons nog spectaculairder tafereeltjes voor. Want niet alleen zijn de elektronische media vergaand met elkaar versmolten geraakt, wij zijn er ook zelf in toenemende mate mee vergroeid. Tot dusver konden we de grenzen van tijd en ruimte laten vervagen door met computeranimaties een favoriete vakantiebestemming te bezoeken of rond te wandelen in het Florence van de Renaissance, en met VR-brillen en data-handschoenen wordt alles nog veel echter. Maar het hele idee van virtual reality en de omslachtige wijze waarop een driedimensionale werkelijkheid wordt geschapen, is verouderd, volgens Mitchell. Omdat alles steeds makkelijker draagbaar is geworden en wij zelf steeds onafscheidelijker zijn van de nieuwe elektronische organen, zijn onze lichamen de plek geworden waar de materiële wereld interacteert met de virtuele. Wij raken meer en meer verbonden met een draadloos lichaamsnet dat alle apparatuur om ons heen in staat stelt te functioneren als een geïntegreerd systeem, gekoppeld met het digitale wereldweb.

Onze lichamen zijn de plek geworden waar de materiële wereld interacteert met de virtuele

In de nabije toekomst zullen we bijvoorbeeld deuren kunnen openen met een ingebouwde RFID-chip in ons gebit. Security checks op het vliegveld zullen we vlotjes passeren omdat de controle plaatsvindt via een irisscan. Minuscule elektronica baant voor ons de weg. Wie denkt dat dit allemaal klinkt als speculatie vergist zich: het gebeurt al. Omdat de ontwikkeling van nieuwe elektronische producten vooruitloopt op de toepassingen ervan en veel sneller gaat dan we de maatschappelijke consequenties ervan kunnen doordenken, ligt er voor designers die overtuigende scenario’s weten te schetsen van gebruiksmogelijkheden heel veel geld klaar, en directe implementatie van hun ideeën in de praktijk.

Het is dus niet zo verwonderlijk dat boeken over techno-lifestyle booming business zijn. Talloze auteurs zijn Mitchell hier voorgegaan. Het genre kenmerkt zich door een onveranderlijk energieke stijl, waarmee de auteur het razendsnelle tempo van de ontwikkelingen en de onbegrensde nieuwe mogelijkheden probeert bij te benen. Bij de beschrijving van de opwindende wereld van de nieuwe elektronica wordt voorts overvloedig gebruikgemaakt van buzz-words zoals GPS, GIS, RFID, MEMS, NEMS etcetera ― geen punt voor de liefhebber, maar voor niet-ingewijden een obstakel dat het lastig maakt om het betoog te blijven volgen. Dat viel toch al niet mee, want van enige theoretische opbouw of inhoudelijke samenhang is binnen dit genre traditiegetrouw geen sprake. De hoofdstukken zijn losjes gehyperlinked; technologische details, historische terugblikken, literaire verwijzingen, aforismen en prognoses wisselen elkaar af in willekeurige volgorde, slechts bijeengehouden door een hoopvolle boodschap. Citaten van Deleuze of Foucault kunnen niet verhelen dat het allemaal weinig diepgang heeft. Het grootste compliment dat je Mitchell kan maken, is dat hij met behulp van bestaande ideeën een aanstekelijke catalogus van toekomstige elektronische snufjes heeft samengesteld. Een nadeel is dat je als lezer al gauw het gevoel krijgt dat je het allemaal al eens eerder hebt gehoord.

Dat geldt vooral voor de optimistische boodschap, die in elk hoofdstuk wel een paar maal wordt herhaald en er op neerkomt dat de nieuwe media de mens niet alleen vrijer maken, minder gebonden aan ruimte en tijd, maar uiteindelijk zelfs het onderscheid tussen mens en omgeving, mens en technologie, zullen opheffen. Wie de zuigkracht van deze veelbelovende technologische toekomst probeert te weerstaan, voert een zinloze strijd, voegt Mitchell daar nog aan toe. Slimme technologie is een ontologische machine die mens en wereld meesleurt in een voortdurende vruchtbare transformatie. Wij hebben de grens tussen leven en dood inmiddels al vloeibaar gemaakt. Onze lichamen bestaan van de eerste prenatale echo tot de laatste postume e-mail naar ons digitale adres in een toestand van permanente elektronische interconnectie. Op den duur zal de mens al zijn natuurlijke grenzen zien vervagen. Straks zal hij een telkens opnieuw te configureren, eindeloos uitbreidbare cyborg geworden zijn.

Cyborg is een samenstelling uit de woorden cybernetica ― de wetenschap van de zelfregulerende systemen ― en organisme. Het woord staat voor de versmelting van het menselijk lichaam met technologie. Met een eenvoudige prothese als de wandelstok is men in feite al een cyborg. Tegenwoordig is het menselijk lichaam niet alleen afhankelijk van brillen, contactlenzen, oortelefoontjes, pacemakers en implantaten, het is bovendien via PC’s en notebooks verbonden met het WWW, een wereldomvattend collectief geheugensysteem waarbinnen multimediale communicatie en polyzintuigelijke interactie geïntegreerd zijn. Cybergoeroes hebben in het recente verleden voorspeld dat de mens door deze koppeling creatiever zal worden in zijn denken en veelzijdiger in zijn persoonlijkheid. Maar de fantasie kent geen grenzen. Menig enthousiasteling ziet een overgang naar een nieuwe posthumane levensvorm in het verschiet. Alle computernetwerken en internetverbindingen samen gaan in de nabije toekomst een wereldbrein vormen, een alomvattende veld van bewustzijn. Daarmee zal de mensheid in een nieuw evolutionair stadium terechtkomen – de technologie neemt de evolutionaire fakkel van de biologie over.

Menig enthousiasteling ziet een overgang naar een nieuwe posthumane levensvorm in het verschiet

Sommige cyberfilosofen geloven ook nog dat ze hun bewustzijn van de hersenen naar de computer kunnen overbrengen en omgekeerd. In Californië bestaan inmiddels organisaties die hierop doorborduren en een technologische wederopstanding beloven. Ze worden geïnspireerd door de transhumanist Hans Moravec, die in 1988 in zijn boek Mindchildren beweerde dat het op termijn heel goed mogelijk is om de menselijke geest te downloaden in een kunstmatig lichaam, dat de beperkingen van het organisch lichaam te boven is gekomen. Met de hulp van een hersenchirurgierobot worden de hersenen in laagjes afgeschraapt, een computersimulatie van alle hersenprocessen wordt gekopieerd naar het siliconenbrein van de machine, en ziedaar, het wonder is geschied, de mens is als zuiver geestelijk ‘zelf ’ ontstegen aan zijn eigen lichaam.

Om Moravecs transhumanistische voorspellingen is hard gelachen door critici die spraken van digitaal dualisme en wazige cyberhippies, die in hun utopische roes immuun zijn voor wetenschappelijke bewijsvoering en filosofische argumentatie. Mitchell is zich van deze kritiek op geestverwanten maar al te zeer bewust en dus distantieert hij zich van Moravecs suggesties. De verhouding van lichaam en geest valt niet samen met die van hardware en software, en bovendien blijft ook voor de lichaamsloze mens van het transhumanisme de dood een realiteit: de server kan nog altijd crashen.

Aldus Mitchell, die ook verder zijn best doet om alle schijn van blind optimisme te vermijden en een zekere postmoderne vaagheid te cultiveren. Als technologisch interactivist die zich aan gene zijde van utopisme en pessimisme weet, wil hij graag toegeven dat er behalve voordelen ook nadelen aan de nieuwe technologie verbonden kunnen zijn. Nieuwe vormen van vrijheid maken ook nieuwe vormen van controle mogelijk. In een elektronische netwerkwereld is er geen onderscheid tussen adressen en doelwitten: e-mail kan virussen verspreiden en de mailbox kan verstopt raken met spam. Dezelfde technologie die aan de routeplanner ten grondslag ligt, werkt ook om slimme bommen te navigeren.

Dezelfde technologie die aan de routeplanner ten grondslag ligt, werkt ook om slimme bommen te navigeren

Maar daartegenover staat dat in tijden van crisis, zoals op 11 september, de netwerken hun veerkracht dubbel en dwars bewezen hebben. De veiligheid van de stad hangt in de toekomst niet meer zoals in de Middeleeuwen af van de dikte van de stadswallen, maar van de efficiency van de beveiligingssystemen die het netwerk controleren waarmee we ons toegang verschaffen tot de vertrekhallen op het vliegveld, of waarmee we persoonlijke passwords checken die toegang geven tot de PC. Digitale connectie maakt ons kwetsbaar, maar tevens flexibel en vindingrijk.

Dat klinkt allemaal heel reëel, maar nergens in ME++ wordt de keerzijde van de technologische medaille echt uitgewerkt. Over de kloof tussen informatiearmen en -rijken zullen we Mitchell niet horen. Dat het op wereldschaal nog altijd maar een kleine groep is die toegang heeft tot al deze vernieuwingen, speelt verder geen rol. Dat de veelgeroemde vrijheid van initiatief in de media en op internet leidt tot een vervlakking van het aanbod blijft ongenoemd. Ook dat de overheid een steeds sterkere greep op de bevolking zal krijgen via de opmars van slimme apparaten kan Mitchell niet verontrusten. In zijn boek ontbreken verwijzingen naar de greep van de Amerikaanse veiligheidsdienst op de nieuwste technologie.

Toch worden in de VS sinds de aanslagen van 11 september miljarden uitgegeven aan onderzoek in dienst van de homeland security en enorme investeringen gedaan in zogeheten beveiligingstechnologie. Het veiligheidsproject heette aanvankelijk Total Information Awareness System maar de naam is veranderd, omdat dat te dreigend klonk. De doelen zijn echter dezelfde gebleven. Het gaat uiteindelijk om het detecteren van ongebruikelijk gedrag bij burgers, waarbij men in de toekomst ook met motivaties en intenties rekening zal houden. Antecedentenonderzoek en identiteitsmanagement vormen de grote belofte van de komende jaren. Nadat een camera of andere sensor de persoon herkent, graaft een computer in databestanden om te kijken of die persoon iets op zijn kerfstok heeft. Bescherming van de privacy is daarbij een gepasseerd station: e-mailverkeer, telefoongesprekken, het leengedrag in openbare bibliotheken: alles zit in de database. De Patriot Act maakt het mogelijk om bij een profiel dat in de buurt komt van dat van een denkbeeldige terrorist, preventief actie te ondernemen. Wie door de computer is aangewezen als verdacht, zal niet meer sociaal kunnen functioneren, zelfs al heeft hij geen strafbare feiten gepleegd ― als hij al niet voor onbepaalde tijd in de gevangenis belandt. Het is niet onwaarschijnlijk dat dit geavanceerde spionagesysteem in het kader van de ‘War against terrorism’ ook in Europa zal worden ingevoerd.

Mitchell, kortom, krijgt ongetwijfeld gelijk wanneer hij stelt dat het dagelijkse leven door nieuwe informatietechnologieën volledig gepenetreerd zal worden. Hij heeft ook gelijk wanneer hij aan een sector die in zo korte tijd zo’n enorme groei kent en zulke verreikende sociale en politieke implicaties heeft, alle aandacht geeft. Dat elektronisch speelgoed de nieuwe lifestyle is van de postmoderne samenleving en dat het menselijk lichaam door slimme technologie zal versmelten met zijn leefomgeving ziet hij scherper dan anderen.

William J. Mitchell, ME++.The Cyborg Self and the Networked Society (Cambridge MA: MIT Press 2003).

Heleen Pott is als socioloog en filosoof verbonden aan de Universiteit Maastricht en aan de Erasmusuniversiteit Rotterdam.

Deel dit artikel
Gerelateerde artikelen