Deel dit artikel

de laatste vijftien jaar is het vaccinatieprogramma in belgië steeds verder uitgebreid. met de gekende en bewezen betrouwbare vaccins slagen we erin ook de meest kwetsbaren in de maatschappij te beschermen tegen een hele verzameling ziektes. toch stellen steeds meer ouders zich vragen bij de veiligheid en noodzaak van vaccins en vaccinatieprogramma’s. het internet bevat naast veel nuttige informatie ook heel wat verontrustende verhalen van ‘anti-vaxxers’, geregeld ondersteund door zogenaamde experten die de veiligheid van vaccins in twijfel trekken. de aarzeling om te vaccineren die dit bij sommige ouders veroorzaakt is begrijpelijk, maar ook potentieel gevaarlijk.

Vaccins en vaccinatieprogramma’s: De feiten versus de fictie

Corinne Vandermeulen

Vaccins behoren tot de meest effectieve middelen in ons medisch arsenaal wanneer we kijken naar de vermindering in ziekte- en sterftecijfers. Globaal genomen worden door vaccinatie jaarlijks meer dan zes miljoen doden vermeden, en het sterftecijfer is slechts het topje van de ijsberg, want cijfers over blijvende letsels (zoals hersenschade als gevolg van meningitis of verlammingen als gevolg van polio) worden hierbij niet in rekening gebracht. Dankzij vaccinatie werden de pokken de wereld uit geholpen en staan we dicht bij de uitroeiing van kinderverlamming of poliomyelitis. Beide ziekten waren in het verleden oorzaak van heel wat sterfte en complicaties met blijvende letsels tot gevolg. Bij de start van de vaccinatiecampagnes tegen polio in de jaren ‘50 stonden ouders met hun kinderen in rijen aan te schuiven om de felbegeerde vaccins te laten toedienen. De huidige vaccins in ons aanbevolen vaccinatieprogramma voor zuigelingen en kinderen zijn al tientallen jaren gekend; uitgebreid onderzoek heeft aangetoond dat deze vaccins niet alleen veilig zijn, maar vooral ook bijzonder efficiënt in het voorkomen van infectieziekten.

Het grootste voordeel van vaccinatie is dat men naast het ontwikkelen van een persoonlijke bescherming ook groepsbescherming of kudde-immuniteit kan bekomen. Groepsbescherming ontstaat wanneer 90 % tot 95 % van een bevolking gevaccineerd is. Door het ontwikkelen van groepsimmuniteit kan de verspreiding van de microben waartegen gevaccineerd wordt onderbroken worden. Hierdoor worden de meest kwetsbare kinderen in onze maatschappij, namelijk zij die niet gevaccineerd kunnen worden of niet reageren op een vaccin omwille van ziekte of medicatie, mee beschermd. Er is dus een solidariteitsprincipe bij vaccinatie, waardoor vaccinatie van je eigen kind niet alleen goed is voor dat kind, maar ook voor het kind van de buren en bij veralgemening voor de hele bevolking.

Vaccinatie van je eigen kind is ook goed voor het kind van de buren

Ondanks of misschien wel dankzij het Belgische vaccinatieprogramma hebben ouders steeds meer vragen over vaccins en vaccinaties. Enerzijds werd het vaccinatieprogramma over de laatste 15 jaren met verschillende vaccins uitgebreid en anderzijds kennen jonge ouders de vaccineerbare infectieziekten niet meer en zien ze alleen nog de (beperkte) nevenwerkingen na vaccinatie. Deze beperkte nevenwerkingen worden dikwijls ook nog uitvergroot. In de aanloop naar de start van de vaccinaties van hun pasgeborene, of zelfs al tijdens de zwangerschap, informeren jonge ouders zich onder meer via het internet over vaccins en vaccinatie. In hun zoektocht naar meer informatie via zoekmachines (zoals Google) of sociale media (zoals Facebook of Instagram) worden hun de ‘beste’ resultaten volgens de algoritmes voorgeschoteld. Meer nog: de zoekmachines vullen de zoekopdracht van de ouders, die meestal start met ‘vaccins’ of ‘vaccinatie’, spontaan aan met termen als ‘zijn gevaarlijk’, ‘zijn beslist niet onschuldig’, ‘zijn verplicht’ en andere gelijkaardige termen. Een beetje verloren kan daar soms ook ‘veilig’ tussen staan. Maar onderzoek heeft aangetoond dat ouders die op zoek zijn naar informatie over vaccinatie eerder de neiging hebben om op negatieve boodschappen te klikken. Ze willen natuurlijk weten of vaccinaties veilig zijn voor hun zuigeling. Zo worden ouders echter afgeleid naar websites die bulken van mythes en legendes over vaccinaties, niet-geverifieerde persoonlijke verhalen en ronduit foute informatie over vaccinatie, al dan niet ondersteund met getuigenissen van zogenaamde experten. Ouders die daarna met hun vragen bij hun arts of bij een verpleegkundige komen, worden niet meer altijd overtuigd door de uitleg die ze krijgen. Hierdoor worden vaccinaties uitgesteld, in een gepersonaliseerd schema volgens de wensen van de ouders gegeven (sommige vaccins wel, andere niet, later starten van het vaccinatieschema en/of grotere spreiding tussen vaccinaties) of soms ronduit geweigerd.

Op zich is er niets mis met ouders die vragen stellen over vaccinaties. Integendeel! Als goede ouder is het niet meer dan normaal dat je je informeert. Als zorgverlener is het dus belangrijk om te luisteren naar deze bezorgdheden en de angst voor vaccinatie weg te nemen. Dat laatste is echter niet zo eenvoudig gezien de massa aan foute informatie over vaccins die op het internet circuleert. Het ergste gevolg van deze twijfel aan vaccinatie, en van het uitstel en de weigering die er vaak mee gepaard gaan, is de geleidelijke ondermijning van de kostbaar opgebouwde groepsimmuniteit. Wanneer zich in een populatie een kritische massa van niet of onvolledig gevaccineerde personen heeft opgebouwd, kunnen microben waartegen we vaccineren opnieuw epidemieën veroorzaken. Elk kind dat niet gevaccineerd wordt, hoewel het gevaccineerd kàn worden, verhoogt het risico op epidemieën door vaccineerbare infectieziekten.

De toenemende twijfel aan vaccinatie in ontwikkelde landen heeft sinds 2016 geleid tot de terugkeer van mazelen in Europa. Wanneer je de website van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) of het European Centre for Disease Prevention and Control (ECDC) opzoekt om de meest recente epidemiologische gegevens over mazelen na te gaan, blijkt dat Europa weer één grote brandhaard van mazelen is geworden. Ook in België worden we opnieuw geconfronteerd met een toename van het aantal gevallen van mazelen. In 2019 noteerde men in de eerste helft van het jaar een vervijfvoudiging van het aantal gevallen ten opzichte van 2018, en in 2016-2017 was er ook al een epidemie van mazelen in Wallonië. Mazelen is de meest besmettelijke infectieziekte die we kennen. Eén zieke persoon kan 12 tot 16 personen besmetten, waardoor het virus zich snel kan verspreiden in een groep personen die niet beschermd is. Ter vergelijking zal een persoon met griep slechts één of twee personen in zijn of haar omgeving besmetten.

Europa is weer één grote brandhaard van mazelen geworden

De terugkeer van mazelen in Europa is het gevolg van een samenloop van omstandigheden en is steeds opnieuw terug te leiden naar het afbrokkelen of het niet behalen van een vaccinatiegraad van 95 % voor de twee aanbevolen dosissen (12 maanden en 6-10 jaar). In 2016 heeft de WHO dit fenomeen ondergebracht onder de overkoepelende term ‘vaccine hesitancy’ of twijfel aan vaccins. Onder twijfel aan vaccins verstaat zij elke vertraging in het aanvaarden of elke weigering van vaccins ondanks de beschikbaarheid van vaccinatieprogramma’s. Het is een ‘wicked problem’, een complex en contextspecifiek probleem dat kan variëren in tijd en plaats en volgens vaccin, maar globaal genomen beschouwt de WHO het fenomeen als één van de tien grootste bedreigingen van de gezondheid op wereldvlak.

De term ‘twijfel aan vaccins’ is wel enigszins misleidend, omdat hij te veel de nadruk legt op de ‘twijfel’ aan vaccinatie, terwijl er meerdere oorzaken zijn voor de zogenaamde aarzeling. In plaats van te spreken over ‘vaccine hesitancy’, zou de term ‘vaccine need’ of ‘nood aan vaccins’ beter de lading dekken. Oorspronkelijk had de WHO het in dit verband over de drie C’s: convenience (de eenvoud waarmee ouders hun kind kunnen laten vaccineren), complacency (een gevoel van zelfgenoegzaamheid met zichzelf of met de behaalde resultaten) en confidence (vertrouwen in de veiligheid van vaccins en het gezondheidssysteem dat deze vaccinaties verzorgt). Factoren die één van de drie C’s beïnvloeden leiden allemaal tot een vermindering van het aantal gevaccineerde personen en het ondermijnen van de groepsimmuniteit.

Kijken we naar de eerste factor, convenience, dan zien we dat voor Vlaanderen de eenvoud waarmee ouders hun kinderen of personen in het algemeen zich kunnen laten vaccineren niet zoveel problemen stelt. Zo zijn er de georganiseerde vaccinatieprogramma’s waar via Kind en Gezin en de Centra voor Leerlingenbegeleiding (CLB’s) gratis vaccins en vaccinaties beschikbaar zijn. Daarnaast is er de wettelijke verplichting voor CLB’s om toe te zien op de vaccinatiestatus van alle leerlingen en verder zijn er ook de huis- en kinderartsen die vaccins toedienen op vraag van de ouders. Hiermee wordt in Vlaanderen alles in stelling gebracht om zuigelingen en kinderen op grote schaal te vaccineren en deze groepsimmuniteit jaar na jaar te bereiken. Het grote voordeel is dat het vaccinatieprogramma is ingebed in de bredere preventieve zorg voor kinderen en jongeren tussen 0 en 19 jaar. We zien wel dat we voor het enige vaccin dat niet volledig gratis is – het vaccin tegen het rotavirus – niet dezelfde hoge vaccinatiegraad halen als voor de vaccins die volledig gratis zijn (respectievelijk 89,7 % versus 93-96 %).

In ontwikkelingslanden is de toestand nog veel problematischer. Heel wat levensnoodzakelijke vaccins zijn er nog steeds niet beschikbaar. In 2018 hadden wereldwijd 19,5 miljoen kinderen onder de leeftijd van 5 jaar niet de noodzakelijke vaccins gekregen. Het ontbreken van goede gezondheidsprogramma’s waarin vaccinaties kunnen worden ingebed versterkt dit probleem nog. In ontwikkelingslanden moeten moeders dikwijls de afweging maken of ze een dag niet werken (en dus geen loon krijgen) om kilometers verderop in het gezondheidscentrum te gaan aanschuiven voor een vaccinatie waarvan niet gegarandeerd kan worden dat die ook effectief beschikbaar zal zijn. Hoewel convenience voor de meeste Europese landen geen probleem is, blijft dit op wereldvlak dus wel een belangrijke reden voor niet-vaccinatie. Vermits we ons steeds meer verplaatsen over de hele wereld is import van infectieziekten uit het buitenland nog steeds een belangrijke oorzaak van nieuwe epidemieën in ons land.

Voor de tweede factor, complacency, gaat men ervan uit dat vaccinatie niet meer nodig is, vermits de ziekten in kwestie zogezegd niet meer voorkomen. Hier zijn vaccins het slachtoffer van hun eigen succes. Door de eliminatie van ernstige infectieziekten zijn jonge ouders niet meer vertrouwd met de symptomen en mogelijke complicaties ervan, waardoor ze het nut van vaccinatie niet meer inzien. Op zich zijn deze ouders niet tegen vaccinatie, maar waarom alle moeite doen en hun kind nog blootstellen aan de mogelijke nevenwerkingen van vaccins, als de ziekte niet meer circuleert? Maar niet-vaccineren in het kader van complacency leidt natuurlijk evengoed tot het ondermijnen van de groepsimmuniteit.

Tot slot is er confidence, of het vertrouwen in de veiligheid van vaccins en het gezondheidssysteem dat deze vaccinaties verzorgt. Dit is misschien wel de moeilijkste factor omdat er beïnvloeding is van verschillende kanten: er zijn de eigen intrinsieke overtuigingen van de ouders (persoonlijke factoren, voorgeschiedenis, eigen ervaringen met vaccins), de invloed vanuit de onmiddellijke omgeving (meningen van familie en vrienden), alsook de meer brede maatschappelijke invloeden zoals het beschikbaar zijn van informatie via internet of de berichten via sociale media waarover we het eerder al hadden. Het is voor de meeste ouders bijzonder moeilijk om websites met foute informatie te onderscheiden van websites met wetenschappelijke en betrouwbare informatie. De zogenaamde ‘antivaxbewegingen’ (groeperingen van personen die zich verzetten tegen vaccinatie) hanteren bijzonder overtuigende communicatietechnieken op hun websites, waar ze beweren de waarheid over vaccins te zullen onthullen, waar cijfers en artikels uit hun context gerukt worden, en waar vermeende experten soms bijzonder emotioneel uithalen over mogelijke nevenwerkingen of verborgen effecten van vaccins of de componenten ervan. Zoals al aangehaald spelen zoekmachines en sociale media hier een bijzonder kwalijke rol in. Heel wat antivaccinatieberichten of opruiende commentaren worden bovendien nog versterkt door bots en trollen, waardoor de twijfel bij ouders alleen maar toeneemt. De rol van sociale media in het ondermijnen van het vertrouwen in vaccins werd gedurende lange tijd ontkend door de eigen CEO’s. Sinds dit jaar is er echter een kentering in hun houding. Pinterest heeft het onmogelijk gemaakt om nog informatie over vaccins te verspreiden en verwijst nu naar officiële websites zoals het Centre for Disease Control en de Wereldgezondheidsorganisatie. Op Facebook verschijnt nu ook een boodschap die verwijst naar betrouwbare websites voor correcte informatie over vaccins.

De rol van sociale media in het ondermijnen van het vertrouwen van vaccins wordt nu eindelijk ook door hun CEO’s erkend

In 2019 heeft een werkgroep binnen de WHO het 3C-model omgewerkt tot een nieuw model dat gebaseerd is op zowel gedrag en sociale drijfveren van ouders als op de praktische implicaties van vaccinatieprogramma’s. Ook op Europees niveau is men wakker geschud door de omvang van de mazelenepidemieën en het feit dat er in Europa opnieuw mensen sterven aan mazelen. Veel Europese landen die als ‘mazelenvrij’ geklasseerd waren hebben dit kostbare etiket weer verloren. Reden genoeg om in actie te schieten. In 2018 heeft de Europese Unie een aanbeveling uitgeschreven voor het versterken van de samenwerking rond vaccineerbare infectieziekten. In deze aanbeveling wordt onder meer gesproken over toegenomen coördinatie voor de aankoop van vaccins, ondersteuning van onderzoek en ontwikkeling rond vaccins, alsook het ontwikkelen van een coalitie rond vaccinatie. Naast deze aanbeveling werd ook een werkboek met 24 verschillende acties en tijdslijnen uitgeschreven met als doel de vaccinatiegraad in alle Europese landen opnieuw te verhogen tot een proportie waarbij circulatie van microben onderbroken kan worden.

Bijkomend is het belangrijk om in te zetten op onderwijs rond vaccins. Hierbij wordt niet alleen gedacht aan jonge ouders: ook artsen en verpleegkundigen moeten beter opgeleid worden om op een correcte manier vragen van ouders te kunnen beantwoorden en de heersende onzekerheden weg te nemen. Vragen of vaccins het immuunsysteem kunnen overladen, of vaccins autisme veroorzaken, of bepaalde componenten in vaccins hersenschade kunnen veroorzaken en hoe je je kind moet detoxifiëren van vaccins zijn slechts een kleine greep uit de vele onderwerpen waarover artsen momenteel advies gevraagd wordt. Tot slot moeten we ook leren om anders te communiceren met ouders rond vaccins. We willen ouders die vragen hebben over vaccinaties vooral niet afschrikken of belachelijk maken, maar moeten proberen ze te overtuigen met wetenschappelijk bewijsmateriaal. Ouders hebben echter vaak moeite met het verstaan van wetenschappelijke informatie als die gepresenteerd wordt onder de vorm van cijfers, grafieken en tabellen of de zogenaamde ‘infographics’. Daarom zou het voor sommige ouders beter zijn om terug te keren naar een methode van ‘storytelling’, waarbij de werking van vaccins en hun positieve effecten op een wetenschappelijk verantwoorde manier worden omgezet in verhalen. In de context van borstkankerscreening is deze methode alvast heilzaam gebleken. Dit vraagt echter een belangrijke investering vanuit de regering en de medische wereld.

Het huidige klimaat rond vaccins zal naar alle waarschijnlijkheid niet zo gemakkelijk veranderd kunnen worden. Twijfel aan vaccinatie is een bijzonder complex probleem, dat dus ook niet op een eenvoudige manier opgelost kan worden. Samenwerking tussen verschillende disciplines is dan ook noodzakelijk om de vaccinatiegraad op peil te brengen en te houden.

Corinne Vandermeulen (MD, PhD) is hoofd van het Leuvens Universitair Vaccinologie Centrum aan de KU Leuven en doet onderzoek in het brede domein van de vaccinologie (epidemiologie, immunologie, ontwikkeling van vaccins, vaccine hesitancy).

Deel dit artikel
Gerelateerde artikelen