Deel dit artikel

in azerbeidzjan worden mensenrechten op grote schaal geschonden, zo stellen rapporten van amnesty international en human rights watch, en het beleid wordt er almaar repressiever.
tegelijk is de economische welvaart er flink toegenomen door inkomsten uit olie- en gasexport. europa ziet in een samenwerking met het land een mogelijkheid om haar afhankelijkheid van russische energie in te perken, maar zou scherpere voorwaarden mogen stellen inzake het respecteren van de normen en waarden van de eu.

Azerbeidzjan: kaviaardiplomatie en tolerantie

Ria Laenen

In september 2015 liep vlakbij het Louvre, in een gebouw dat eigendom is van de stad Parijs, een fototentoonstelling onder de titel ‘Azerbeidzjan, Land van Tolerantie’. De first lady van Azerbeidzjan, mevrouw Alieva, kwam in hoogsteigen persoon langs op de vernissage. De Franse journaliste Elise Lucet trok haar stoute schoenen aan en waagde het om aan de presidentsvrouw te vragen of ze werkelijk geloofde dat Azerbeidzjan een land van tolerantie was. Eerst antwoordde mevrouw Alieva minzaam, maar toen de journaliste enkele cassante vragen stelde en daarbij de namen liet vallen van Khadija Ismajilova en Leila Yunus werd ze snel door de lijfwachten uit de buurt van mevrouw Alieva gehouden. Het is inderdaad op zijn minst merkwaardig te noemen dat Azerbeidzjan de kans krijgt om zich als ‘land van tolerantie’ te profileren via een fototentoonstelling in het hartje van Parijs, terwijl in diezelfde periode het repressieve optreden van het autoritaire regime een triest nieuw hoogtepunt bereikte. Op 1 september werd Khadija Ismajilova, die als journaliste onderzoek deed naar corruptie in regeringskringen, veroordeeld tot 7,5 jaar gevangenisstraf. Amper twee weken voordien waren mensenrechtenactiviste Leila Yunus en haar echtgenoot Arif Yunus, een bekende historicus die zich specialiseerde in het conflict rond Nagorno-Karabach tussen Azerbeidzjan en Armenië, tot respectievelijk 8,5 en 7 jaar gevangenisstraf veroordeeld op beschuldiging van fraude en landsverraad. Het koppel pleit al jarenlang voor verzoening tussen Armenië en Azerbeidzjan. Leila werkte aan een project rond politieke gevangenen in Azerbeidzjan tot ze zelf één van hen werd. De internationale gemeenschap toonde grote verontwaardiging over hun arrestatie en latere veroordeling op basis van wat algemeen door waarnemers wordt gezien als gefabriceerde beschuldigingen.

De rapporten van organisaties als Amnesty International en Human Rights Watch zijn unaniem: in Azerbeidzjan worden mensenrechten op grote schaal geschonden en het beleid wordt alsmaar repressiever. Freedom House, de organisatie die jaarlijks aan de hand van verschillende indicatoren alle landen ter wereld een score van 1 tot 7 geeft inzake burgervrijheden en politieke rechten (met 1 als beste en 7 als slechtste resultaat) en vervolgens landen opdeelt in drie categorieën (vrij, gedeeltelijk vrij of niet vrij) komt jaar na jaar tot de conclusie dat Azerbeidzjan het label ‘niet vrij’ krijgt. In de meest recente ranking van Freedom House (gebaseerd op de ontwikkelingen in 2014) scoorde het land een 6. Dezelfde organisatie publiceert jaarlijks een apart rapport onder de titel ‘Nations in Transit’ en focust daarin op de situatie in alle landen van Centraal- en Oost-Europa die deel uitmaakten van de Sovjet-Unie of satellietstaten waren. De politieke regimes in deze landen worden in dat rapport opgedeeld in volgende categorieën: geconsolideerde democratie, semi-geconsolideerde democratie, transitieregering, semigeconsolideerd autoritair regime, of geconsolideerd autoritair regime. Azerbeidzjan bevindt zich steevast in deze laatste groep van landen. Het vormt daarmee zeker geen uitzondering in de voormalige Sovjet-Unie of Eurazië zoals we deze regio ook noemen. In enkele Centraal-Aziatische republieken (bij het bredere publiek bekender als ‘de -stanlanden’) is de situatie niet rooskleuriger. Oezbekistan en Turkmenistan bengelen in dergelijke rankings helemaal onderaan. Maar Kazachstan en Rusland bijvoorbeeld bevinden zich toch enkele trapjes hoger dan Azerbeidzjan (al moet je het verschil wel gaan zoeken in cijfers na de komma). Wanneer je de twee andere landen in de Zuidelijke Kaukasus, Georgië en Armenië (ook voormalige Sovjetrepublieken) bekijkt moet je vaststellen dat zij toch een ander parcours hebben gereden in de voorbij decennia en zich momenteel respectievelijk in de categorie ‘transitieregime’ en ‘semigeconsolideerd autoritair regime’ bevinden.

Dat Freedom House die rapporten blijft publiceren onder de titel ‘Nations in Transit’ en daarbij al die ex-communistische landen van Centraal- en Oost-Europa samenbrengt in één groep is eigenlijk achterhaald. De Baltische staten bijvoorbeeld hebben zich getransformeerd tot volwaardige democratische staten en het is dan ook vreemd om hen in een dergelijk rapport onder de loep te nemen. Maar het meest achterhaald is het hanteren van het woord ‘transit’. In academische kringen is er al een tijdje een groeiende consensus dat de hele idee van ‘transitologie of transitiestudies’ voorbijgestreefd is. In de jaren 1990 werd deze terminologie geïntroduceerd om te verwijzen naar het bestuderen van de politieke hervormingen in de voormalige Oostbloklanden. De onderliggende aanname was dat al die landen ernaar zouden streven om zich te ontwikkelen tot liberale democratieën. Fukujama’s idee van het einde van de geschiedenis was niet ver weg in die manier van denken. Anno 2016 moeten we echter vaststellen dat de Euraziatische regimes helemaal niet noodzakelijk op een lineaire wijze van communistisch regime richting liberale democratie zijn opgeschoven. Thomas Carothers was de eerste om in The Journal of Democracy in 2002 het einde van het transitieparadigma uit te roepen en sindsdien zijn heel wat collega’s hem in die redenering gevolgd.

Anno 2016 moeten we vaststellen dat de Euraziatische regimes niet noodzakelijk op een lineaire wijze van communistisch regime richting liberale democratie zijn opgeschoven

De Euraziatische landen zijn hooguit ‘democratieën met adjectieven’ geworden. Zo zijn er bijvoorbeeld ‘electorale democratieën’, wat erop neerkomt dat er wel degelijk op regelmatige tijdstippen verkiezingen worden georganiseerd en formeel democratische instellingen werden geïnstalleerd, maar dat de democratische aard van die verkiezingen en het functioneren van die instellingen in vraag kan worden gesteld. Op verkiezingsdag stellen internationale waarnemers vaak verkiezingsfraude vast, maar het meest problematisch is wat voorafgaat aan die verkiezingsdag omdat via allerlei vernuftige mechanismen, die onder de noemer ‘electoral engineering’ vallen, oppositie voeren haast onmogelijk wordt gemaakt. Dit is maar een greep uit de veel voorkomende praktijken in de Euraziatische landen om oppositie te bemoeilijken: bijna onmogelijke voorwaarden opleggen om te registreren voor deelname aan de verkiezingen, het verhogen van de kiesdrempel, via constitutionele hervormingen de maximumduur van de ambtstermijn van de president verlengen, het ter beschikking stellen van zendtijd voor reclame voor de machtspartijen op de staatszenders en andere mediakanalen. Helemaal in lijn met deze gang van zaken werden op 1 november in Azerbeidzjan parlementsverkiezingen gehouden waarbij tot niemands verbazing ‘Nieuw Azerbeidzjan’, de partij van president Aliev als grote winnaar uit de bus kwam.

President Ilham Aliev heeft de touwtjes stevig in handen sinds hij de macht overnam van zijn vader Haidar Aliev, eerst als plaatsvervanger toen die ziek was, en dan na diens dood in 2003 als feitelijke opvolger. ‘Een post-Sovjetstijl monarchie’ noemde iemand het ooit treffend: de compleet ondemocratische manier waarop deze machtswissel plaatsvond en er alleen bij overlijden een eind komt aan de presidentiële ambtstermijn. Bij de meest recente presidentsverkiezingen, in oktober 2013, werd Ilham Aliev herverkozen met maar liefst 84 procent van de stemmen. Ook die ruime overwinningscijfers zijn geen unicum in het post-Sovjet politieke landschap. Alievs Kazachse collega bijvoorbeeld, Nursaltan Nazarbajev, president sinds het land onafhankelijk werd in 1991 en voordien ook al communistische leider van de Sovjetrepubliek, werd in april 2015 herkozen met (tenminste volgens de cijfers van de Centrale Kiescommissie van Kazachstan) een meerderheid van 97,7 procent van de stemmen. Hij benoemde zijn dochter recent, op 11 september 2015, tot vicepremier – wat misschien een stap richting opvolging van haar 75-jarige vader is? Zowel in Kazachstan als in Azerbeidzjan staat er geen limiet op het aantal keer dat dezelfde persoon herkozen kan worden als president. In Azerbeidzjan werd de beperking op het aantal opeenvolgende presidentiële termijnen opgeheven via een grondwetswijziging die werd bekrachtigd in een nationaal referendum in 2009.

Het organiseren van de Europese Spelen was ongetwijfeld het resultaat van intense ‘kaviaardiplomatie’ – waarbij men lobbywerk verricht door het toestoppen van kaviaar en andere luxecadeaus

Zelfs zonder verkiezingsfraude zouden Nazarbajev, Aliev en anderen wellicht vlotjes worden herkozen. De economische welvaart in Azerbeidzjan is enorm toegenomen door de binnenstromende inkomsten uit olie-en gasexport. SOCAR, het oliestaatsbedrijf, zorgt ervoor dat de petrodollars de staatskas spijzen. De hoofdstad Bakoe onderging een complete make-over en lijkt te concurreren met Dubai. Er wordt niet alleen geïnvesteerd in architecturale hoogstandjes en brede lanen, er wordt ook sterk ingezet op het projecteren van een positief imago van Azerbeidzjan naar de buitenwereld. Sport speelt daarin een belangrijke rol. De eerste Europese Spelen zijn misschien aan de aandacht ontsnapt van wie geen trouwe sportnieuwskijker is. In Azerbeidzjan was dit echter het topevenement van het afgelopen jaar. De gloednieuwe sportstadia in Bakoe ontvingen de deelnemers aan de eerste Europese Spelen glimmend van trots. Het organiseren van deze eerste Europese Spelen door Azerbeidzjan was ongetwijfeld het resultaat van intense ‘kaviaardiplomatie’, een praktijk waarbij men lobbywerk verricht door het toestoppen van kaviaar en andere luxecadeaus om deze prestigeprojecten binnen te halen. Dit grootse sportevenement liet Azerbeidzjan niet alleen toe om de uiterlijke welvaart aan de wereld te tonen, maar ook om de (ten minste gedeeltelijke) Europese identiteit te onderstrepen. Dat deed het land ook al gretig in 2012 toen het het Eurovisiesongfestival mocht organiseren.

Vanuit het West-Europese perspectief wordt het begrip ‘Europa’ vaak herleid tot het territorium van de lidstaten van de Europese Unie. Voor de landen die zich buiten de grenzen van de EU maar wel op het geografische continent Europa of aan de rand ervan bevinden (Azerbeidzjan ligt op de geografische grens tussen Europa en Azië) levert dit frustraties op. In de bijna kwarteeuw sinds het verwerven van hun eigen onafhankelijkheid ontvingen deze post-Sovjetlanden verwarrende signalen vanuit de Europese instellingen. Tot de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europe (OVSE) en de Raad van Europa werden ze als volwaardige lidstaten toegelaten, maar EU-lidmaatschap werd niet meteen in het vooruitzicht gesteld. Vanaf 2004 maakten ze wel deel uit van het Europese Nabuurschapsprogramma (ENP) en sinds 2009 van het meer specifiek op zes voormalige Sovjetrepublieken gerichte Oostelijk Partnerschapsprogramma (Azerbeidzjan, Armenië, Georgië, Oekraïne, Wit-Rusland en Moldavië).

Dat Oostelijk Partnerschapsprogramma werd door Rusland als een uitnodiging tot geopolitiek getouwtrek gezien, wat meteen ook de meest belangrijke verklaringsfactor is voor de crisis in Oekraïne. Rusland wil deze landen niet uit zijn invloedssfeer laten verdwijnen. Moskou oefende zware druk uit op toenmalig Oekraïens president Viktor Janoekovitsj om toch niet over te gaan tot het ondertekenen van een Associatieverdrag met de EU binnen het Oostelijk Partnerschap en die beslissing van Janoekovitsj vormde de aanleiding voor wat uitgroeide tot de Majdanrevolutie in Kiev, die in februari 2014 uitmondde in een regimewissel. De Europese beleidsmakers in Brussel ontkennen ten stelligste dat er geopolitieke ambities achter het Oostelijk Partnerschapsprogramma zitten en blijven herhalen dat het gaat om het uitdragen van de normen en waarden waarop de EU is gestoeld. In het discours van het Oostelijk Partnerschap worden democratisering, ‘rule of law’, minderhedenbescherming, et cetera onderstreept als de doelstellingen van het programma.

Maar nergens anders worden de beperkingen van dit discours zo pijnlijk duidelijk als in de relatie tussen de Europese Unie en Azerbeidzjan. Sinds de EU zich in januari 2006 tijdens de eerste Oekraïens-Russische gascrisis bewust werd van haar energieafhankelijkheid van Rusland en als gevolg daarvan ging inzetten op diversificatie van de landen van waaruit energie wordt geïmporteerd, kon Azerbeidzjan zich almaar meer als alternatieve energieleverancier profileren. Het aanleggen van een ‘Zuidelijke Energiecorridor’ die olie en vooral gas uit de Kaspische Zee vanuit Azerbeidzjan naar de EU zou brengen werd het grote plan om de afhankelijkheid van Russische energie in te perken. Zowel de EU als Rusland kwamen met nieuwe pijplijnprojecten en probeerden zoveel mogelijk partners aan boord te krijgen voor de onderling elkaar beconcurrerende pijplijntrajecten (bijvoorbeeld Nabucco en South Stream die elk landen in Zuidoost-Europa beoogden). Deze ‘pipeline politics’ illustreerden al lang voor het uitbreken van het conflict in Oekraïne de toenemende geopolitieke spanningen tussen Rusland en Europa. Terwijl landen als Oekraïne en Armenië door zowel de EU als door Rusland geforceerd worden om de keuze tussen Oost of West te maken, ontsnapt Azerbeidzjan de dans. De EU heeft Azerbeidjzan nodig als alternatieve energieleverancier en het land is niet afhankelijk van Rusland voor energie, waardoor de drukkingsmiddelen van het Kremlin beperkt zijn. Het kan dus een onafhankelijke koers varen.

In een reactie op de resolutie die het Europese Parlement aannam tegen de toenemende onderdrukking van de burgervrijheden in Azerbeidzjan, kondigde Bakoe aan dat de voorziene komst van de delegatie van de Europese Commissie niet meer welkom was. In diezelfde mededeling werd ook gesteld dat Bakoe de relatie met de EU zou herbekijken omwille van ‘sterke anti-Azeri- en antimoslimtendensen’. Azerbeidzjan toont op die manier dat het lak heeft aan de democratiseringsboodschap die de kern vormt van het Oostelijk Partnerschap. De EU heeft in dit programma duidelijk de aantrekkingskracht van haar normen en waarden overschat. Wat landen zoals Azerbeidzjan en andere leden van het Oostelijk Partnerschapsclubje willen is een nauwe economische samenwerking met de EU. Om de toegang tot die aantrekkelijke Europese economische markt te krijgen zijn ze bereid om de kruisjes van opgelegde hervormingen af te vinken, maar niet omdat ze er echt naar streven die normen en waarden te internaliseren. Trouwens, ook vanuit Brussel zijn de beweegredenen sterk economisch van aard. Het zou voor beide partijen eerlijker en makkelijker zijn om dat toe te geven.

Wat landen zoals Azerbeidzjan en andere leden van het Oostelijk Partnerschapsclubje willen is een nauwe economische samenwerking met de EU

Door het blijven herhalen van het hoogdravende discours over het uitdragen van normen en waarden lijdt de EU in haar relatie met Azerbeidzjan per slot van rekening alleen maar gezichtsverlies. Dit betekent echter niet dat we binnen de Europese Unie die normen en waarden op de helling moeten laten zetten door Azerbeidzjan, want dat is precies wat het land via investeringen binnen de EU probeert te doen. Op 7 september 2015 toonde France 2 een documentaire over de manier waarop Azerbeidzjan aan kaviaardiplomatie doet in Frankrijk onder de titel ‘Mon président est en voyage d’affaires’. De documentaire is een knap staaltje van onderzoeksjournalistiek. Naar aanleiding van een officieel staatsbezoek van president Hollande aan Azerbeidzjan ging de documentaire op zoek naar wie de mensen zijn die samen met Hollande op het vliegtuig richting Bakoe zaten en wat hun beweegredenen waren. Zo is er de burgemeester van het welbekende stadje Cognac, die van de Aliev Stichting financiering krijgt voor het renoveren van een verlaten pand tot een super-de-luxe boetiekhotel en voor de renovatie van de orangerie van het stadhuis. In ruil wil de ambassade van Azerbeidzjan dat het tentoonstellingen kan organiseren in de orangerie. De burgemeester bleek geen neen te kunnen zeggen tegen het aanlokkelijke voorstel (en tegen het kostbare tapijt en de kaviaar die hij cadeau kreeg). Ook Europarlementslid, voormalig Frans minister van justitie en advocate Rachida Dati komt sterk in beeld. De docu brengt aan het licht dat er binnen het Europees Parlement tegen haar een onderzoek werd ingesteld op verdenking van belangenvermenging (waarbij ze haar politieke mandaat zou gebruiken om de belangen van GDF-Suez te verdedigen en daarvoor exuberante sommen toegestopt zou krijgen vanuit de energiesector). De documentaire is absoluut het bekijken waard (online beschikbaar via YouTube (http://www.youtube.com/watch?v=-AnuPrxQ3b8#t=2242). Als je in de toekomst de naam SOCAR ziet verschijnen bij het bekijken van een voetbalwedstrijd – en die kans is niet gering aangezien het bedrijf opvallend aanwezig is op reclameborden in de Europa League-wedstrijden en het één van de belangrijkste sponsors zal zijn van het EK voetbal in Frankrijk – dan zal je minstens even de wenkbrauwen moeten fronsen.

Azerbeidzjan bevindt zich op een fascinerende en complexe geopolitieke locatie, tussen de Kaspische en Zwarte Zee, een regio die een kruispunt vormt tussen Europa in het westen, Azië in het oosten, Rusland in het noorden en het Midden-Oosten in het zuiden. De aanwezigheid van olie en gas op de bodem van de Kaspische Zee vormt een bron van inkomsten voor dit land, maar maakt het tegelijkertijd ook vatbaar voor de kwalen waaraan vele petrostaten lijden: een economie die eenzijdig afhangt van de energiesector, een grote kloof tussen arm en rijk en een zeer laag democratiseringsgehalte. Een klein lichtpuntje is de voorwaardelijke in vrijheidstelling van Arif (in november) en Leila (in december) Yunus op basis van gezondheidsredenen. Deze beslissing werd door Martin Schultz, voorzitter van het Europese Parlement, ‘schitterend nieuws voor mensrechtenactivisten in Azerbeidzjan en in de rest van de wereld’ genoemd. Maar hij voegde er heel terecht ook een oproep aan de autoriteiten van Azerbeidzjan aan toe om de naam van het koppel Yunus volledig te zuiveren en ook andere politieke gevangenen vrij te laten. De globaal dalende olieprijzen vertalen zich in een inkrimping van de economische groei in Azerbeidzjan. Ook de spanningen tussen Rusland en Turkije hebben een impact op Azerbeidzjan, dat politiek en cultureel zeer nauwe banden heeft met Turkije, maar tegelijkertijd toch nog door Rusland als deel van de Russische invloedssfeer wordt beschouwd omdat het deel uitmaakte van de Sovjet-Unie. Deze internationale factoren zetten het regime in Bakoe enigszins onder druk. Misschien is dit het ideale moment voor de EU om orde op zaken te stellen in de relaties met Azerbeidjzan en scherpe voorwaarden te verbinden inzake het respecteren van mensenrechten aan de energierelaties?

Freedom House, ‘Nations in Transit’, https://freedomhouse.org/report-types/nations-transit
Thomas Carothers, ‘The End of the Transition Paradigm’, in: Journal of Democracy, 2002, 13 (1), 5-21.

Ria Laenen is als Rusland en Eurazië regiospecialist verbonden aan de KU Leuven.

Deel dit artikel
Gerelateerde artikelen