Deel dit artikel

ondanks onze nauwe genetische verwantschap met voornamelijk de andere mensapen, werd onze ‘cultuur’ lang beschouwd als een onbetwistbaar onderscheid tussen mens en dier. recent onderzoek lijkt echter aan te tonen dat ook niet-menselijke dieren ‘cultuur’ hebben. chimpansees zijn koploper in deze culturele revolutie: net als mensen blijken ze culturele wezens te zijn, met groepsspecifieke gedragingen en gedeelde, arbitraire betekenissen.

Het culturele leven van wilde chimpansees

Edwin van Leeuwen

De menselijke soort onderscheidt zich van andere diersoorten door haar culturele capaciteit: we schrijven romans en gedichten, maken schilderijen en voeren complexe muziekstukken uit. Bovendien verschillen deze kunstwerken sterk naargelang van de periode en de regio waar ze tot stand komen. Door zijn creativiteit stijgt de mens uit boven zijn natuurlijke neigingen. Hij heeft een niet-aflatende hunkering naar kennis en het creëren van samenhorigheid door het delen van die kennis. ‘Cultuur’ als onderscheidend kenmerk van de menselijke soort is de opvolger van het ambacht van het bewerken van natuurlijke materialen tot gereedschappen. Tot laat in de jaren 1960 waren we uniek in deze wereld omdat we handig gereedschap konden vervaardigen uit bijvoorbeeld hout, steen en klei. Uiteraard maakten we toen ook al kunstwerken, maar dit was nog niet nodig om ons te onderscheiden van de dieren. Hamers, beitels en schroevendraaiers waren voldoende.

‘Cultuur’ als onderscheidend kenmerk van de menselijke soort is de opvolger van het bewerken van natuurlijke materialen tot gereedschappen

De noodzaak om cultuur te gebruiken om de grens tussen ons en de dieren scherp te houden, diende zich aan toen Jane Goodall, een Britse dierenliefhebber die in Afrika tussen de apen was gaan wonen, observeerde dat chimpansees takken gebruiken om mieren en termieten te vangen. Ze zag dat die takken zelfs speciaal geselecteerd werden op basis van hun lengte en elastische eigenschappen. En als één takje niet voldoende was om de kleine beestjes te verrassen, dan werd er een tweede tak bijgehaald om de jacht nog wat makkelijker te maken. Een lang gekoesterde illusie was doorbroken: ook dieren gebruiken gereedschappen.

Je hoeft geen doorgewinterde evolutiebioloog te zijn om te merken dat het bovenstaande ietwat vreemd klinkt. Een focus op cultuur als onderscheidende kwaliteit van de mens doet af aan de intrinsieke waarde en rijkheid van het culturele fenomeen, op eenzelfde manier als een focus op de mens als maatstaf afdoet aan de fascinerende diversiteit van onze wereld. Bovendien blijkt uit recent onderzoek dat cultuur niet voorbehouden is aan de mens – naast onze genetisch gezien meest nauwe verwanten, zoals de chimpansee en de orang-oetan, lijken ook verre verwanten zoals de kraai en de dolfijn culturele wezens te zijn.

Veruit de meeste voorbeelden van culturele verschijnselen bij niet-mensen komen uit de jungles en savannes waar de chimpansees leven. Tientallen jaren van gedreven en geduldig observationeel onderzoek hebben ertoe geleid dat we nu met de nieuwe wetenschap geconfronteerd worden dat chimpansees op materieel, sociaal en symbolisch vlak uiterst culturele dieren zijn. De Zwitserse primatoloog Christophe Boesch, van het Max Planck Institute for Evolutionary Anthropology in Leipzig, doet verslag van deze observaties in het prikkelende boek Wild Cultures: A Comparison between Chimpanzee and Human Cultures. De Disneyfilm ‘Chimpanzee’, die in 2013 in alle bioscopen de ontwapenende socialiteit van wilde chimpansees liet zien, vormt een gepaste visuele gids bij dit boek. Het boek gaat echter nog verder dan de film. Allereerst maakt het overduidelijk dat het niet mogelijk is te zeggen dat ‘cultuur’ iets typisch menselijks is als we vrijwel nog geen vergelijkbaar materiaal hebben om andere dieren langs dezelfde culturele meetlat te leggen. Vervolgens laat Boesch ons deel uitmaken van de meest intieme ontmoetingen met chimpansees die we ons kunnen voorstellen: een kennismaking met een wilde cultuur, die van de chimpansees.

Boesch gebruikt een definitie van cultuur die een stuk breder is dan de kunstuitingen waar we aan het begin van dit stuk naar verwezen. Zijn definitie, die gebaseerd is op sociaal leren, is meer dan een ‘gemakzuchtige’ definitieverruiming. Boesch prikkelt zijn lezer om eens goed na te denken over wat cultuur nu precies inhoudt. Als we proberen door onze creatieve en vooral ook talige uitingen heen te kijken, wat ligt er dan ten grondslag aan datgene wat we ‘cultuur’ noemen? Centraal in de ideeën van Boesch staat de notie dat cultuur ‘een product is specifiek voor een populatie, dat tot stand is gekomen doordat groepsgenoten van elkaar leren’. Deze producten dienen ook nog eens niet onder sterke invloed van genen of de omgeving te staan – een criterium dat bij het identificeren van menselijke cultuur nooit gehanteerd wordt, zo merkt Boesch terloops op. Hoe dan ook, het gaat er dus om dat iets sociaal geleerd is, alvorens over ‘cultuur’ gesproken kan worden. Het is dus onvoldoende om een stel creatievelingen bij elkaar te zetten. Het ‘populatiespecifieke’ aspect van cultuur ontstaat geleidelijk, doordat in iedere groep wellicht verschillende gedragingen worden uitgevonden, die op hun beurt gekopieerd worden totdat er een lokale cultuur ontstaat.

Chimpansees adopteren een bepaalde methode om noten te kraken omdat het onderdeel is van hun lokale cultuur, niet omdat dit door hun omgeving is ingegeven

En dat is nu net wat Boesch en andere chimpanseeonderzoekers recent aan het licht brachten: iedere groep chimpansees doet de dingen net weer even anders. Zo blijken sommige gemeenschappen van chimpansees noten te kraken met houten hamers (de eerder genoemde gereedschappen) terwijl andere daar stenen hamers voor gebruiken. Let wel: er is geen aanwijzing gevonden om te veronderstellen dat het gebruik van specifieke methoden afhangt van de materialen die voorhanden zijn in de lokale omgevingen. De onderzoekers hebben het hele oerwoud in kaart gebracht met als doel vast te stellen welke materialen aanwezig zijn op de verschillende plekken waar de chimpansees leven en te onderzoeken of chimpansees aldus genoodzaakt zijn om bepaalde materialen te gebruiken. In dat laatste geval zouden de gehanteerde technieken niet zozeer ‘cultureel’ zijn, maar een rechtlijnige adaptatie aan de huidige omgevingsfactoren. Met andere woorden, als er slechts hout aanwezig is, zullen chimpansees geen hamers en aambeelden kunnen maken van steen. Maar het resultaat van die bewonderenswaardig gedetailleerde speurtocht was ‘nee’: chimpansees adopteren een bepaalde methode om noten te kraken omdat het onderdeel is van hun lokale cultuur, niet omdat dit door hun omgeving is ingegeven.

Op eenzelfde manier blijken sommige gemeenschappen van chimpansees een soort ‘handjeklap vlooien’ uitgevonden te hebben, waarbij twee chimpansees elkaars handen schudden, die in de lucht steken en dan met de nog vrije handen elkaar onder de oksels vlooien. Sterker nog, sommige groepen hebben hiervoor een ‘stijl met de pols’ ontwikkeld, waarbij dus niet met de handjes wordt geklapt, maar met de polsen. Een groot team van chimpansee-experts is al sinds de jaren 1970 bezig om dit gedrag te verklaren in termen van ecologische noodzaak. Dieren zouden immers geen cultuur hebben, en hun gedrag zou slechts voortkomen uit instincten en geconditioneerde reacties. Tot op heden is dit echter niet gelukt, en ook al is de afwezigheid van bewijs geen bewijs van afwezigheid, de meest recente bevindingen laten zien dat moeders actief hun kroost opvoeden met de lokale traditie van ‘handjeklap vlooien’. Net als in het geval van de verschillende methoden om noten te kraken wordt eenzelfde conclusie getrokken bij dit sociale gedrag: Of een chimpansee zonder ‘handjeklap vlooien’ groot wordt of met, en dan nog met de hand of de pols, hangt af van zijn lokale cultuur.

Een laatste voorbeeld van chimpanseegedrag dat tot de culturele verbeelding spreekt, heeft betrekking op de communicatieve functie van gebaren. Het betreft het afscheuren van blaadjes met de tanden. Niets bijzonders zou je op het eerste gezicht denken, daar zijn chimpanseetanden in principe voor gemaakt. Maar in een poging om dit gedrag te begrijpen kwamen onderzoekers van verschillende wilde populaties chimpansees tot de conclusie dat iedereen iets anders dacht. In de ene populatie liet dit gedrag zich vaak volgen door een woede-uitbarsting van degene die de blaadjes scheurde (in het Taï-woud in Ivoorkust), terwijl in een andere populatie met dit gedrag om een speelse reactie werd gebedeld (in Bossou in Guinee). Een derde onderzoeksgroep keek op haar neus van deze beschrijvingen, omdat in hun populatie chimpansees het scheuren van blaadjes bij uitstek wordt gebruikt om een seksuele escapade te versieren (de Mahale-bergen in Tanzania). Met andere woorden, chimpansees hebben niet alleen een materiële en een sociale cultuur (dus groepsspecifiek gebruik van gereedschap en handjeklap vlooien), ze geven ook arbitraire betekenissen aan bepaalde gedragingen, wat door Boesch ‘symbolische cultuur’ wordt genoemd.

Chimpansees hebben niet alleen een materiële en een sociale cultuur, ze geven ook arbitraire betekenissen aan bepaalde gedragingen

Dit aspect van arbitraire betekenisgeving komt steeds meer aan het licht bij het bestuderen van chimpansees: zo zijn er recent ‘poepschilderculturen’ geobserveerd, en conventies waarbij het ‘gebruikelijk’ is om met een stengel gras in je oor rond te lopen. Dit lijkt wel iets weg te hebben van het menselijk symbolische gebruik van woorden: sociaal verkeer wordt gestroomlijnd door middel van afspraken. Alleen doordat wij met elkaar hebben afgesproken dat het woord afgesproken ‘afgesproken’ betekent, zijn wij in staat om een uiting van dit woord te begrijpen en overeenkomstig de arbitraire betekenis te handelen. Mensen van andere culturen, die een andere taal spreken, zullen deze betekenis eerst moeten leren alvorens mee te kunnen doen met het lokale bedrijf. Zo dus ook bij de chimpansees: een chimpansee uit het Taï-woud (Ivoorkust) zal raar opkijken als hij na het scheuren van zijn blaadjes een paar roze billen onder zijn neus gestopt krijgt, zoals dat in Mahale (Tanzania) gebruikelijk is.

Chimpansees hebben aldus veel te leren: ze groeien op in hun lokale cultuur waarin alleen aangeboren gedrag niet voldoende is om functioneel mee te draaien. Deze culturele noodzaak brengt ons terug naar het begin van deze analyse, waarin mensen werden afgeschilderd als uniek creatieve wezens die uitstijgen boven hun natuurlijke neigingen. Een dergelijk portret van de mens, sinds lang in ere gehouden door antropologen, lijkt onhoudbaar als we de minutieuze observaties van chimpansees serieus nemen. Bovendien ligt creativiteit ook ten grondslag aan de chimpanseecultuur: zonder unieke uitvindingen, geen groepsspecifieke gedragingen. Maar een ander aspect van het opgeworpen beeld van de uniek culturele mens zou nog wel eens kunnen standhouden: de wens tot het delen van kennis en het daaruit voortvloeiende samenhorigheidsgevoel. Experimenteel en observationeel onderzoek lijkt momenteel uit te wijzen dat mensen een veel uitgesprokener motivatie hebben om ‘te zijn zoals de anderen’. Dit wordt geconcludeerd uit het feit dat kinderen veel sneller van elkaar leren (en dus gelijkgestemd raken) dan chimpansees, bijvoorbeeld als het erom gaat te leren hoe ze een bepaalde beloning kunnen bemachtigen. Daarnaast gebruiken kinderen hun sociale omgeving om zich te oriënteren, terwijl chimpansees zich eerst zelf wegwijs willen maken.

Natuurlijk is het een alom bekend verschijnsel dat mensen een sterke neiging hebben om hun eigen identiteit uit te dragen – om welke reden dan ook – maar er bestaan ook veel situaties waarin eendracht wordt nagestreefd, waarvan het onbewust imiteren van lichaamshoudingen en gezichtsuitdrukkingen een onvervalste uiting is. Een van de meest sprekende bevindingen met betrekking tot deze ‘eendrachtswens’ is dat zowel kinderen als volwassenen geheel onnodige experimentele acties blijven nadoen zonder dat daar een logische reden voor is. Het ging hierbij opnieuw om het bemachtigen van een beloning. Kinderen, volwassenen en chimpansees werd geleerd om handelingen te verrichten aan een puzzelbox die in principe niet nodig waren om de puzzel op te lossen, zoals het losdraaien van een willekeurige bout en het prikken met een stokje in het gat waar die bout gezeten had. Ondanks dat de precieze werking van de puzzelbox al gauw bekend werd (ze hoefden enkel een deurtje te openen), bleven kinderen en volwassenen deze onnodige acties uitvoeren, zelf toen expliciet werd vermeld dat dit totaal niet bijdroeg aan het oplossen van de puzzel.

Waar mensen een sociale beloning vinden in het imiteren van elkaars gedragingen, zou het sociaal leren bij chimpansees wat meer praktisch van aard kunnen zijn

Chimpansees lijken zich minder aan te trekken van de onzichtbare werking die uitgaat van het subtiele oordeel van de ander. Waar mensen een sociale beloning vinden in het imiteren van elkaars gedragingen, zou het sociaal leren bij chimpansees wat meer praktisch van aard kunnen zijn. Dit bleek ook uit het zojuist aangehaalde experiment: waar mensen bleven imiteren, gingen chimpansees hun eigen gang zodra ze de puzzel doorhadden. Het zou dus ook kunnen dat een dergelijke werking vanuit andermans oordeel niet onzichtbaar is binnen chimpanseegemeenschappen, maar gewoonweg niet aanwezig. De mate waarin chimpansees zich onderwijzen met gebruiken van groepsgenoten geeft volgens Boesch aanleiding om deze mogelijkheid te verwerpen, net zoals sommige experimentele onderzoeken die lijken te suggereren dat chimpansees in beperkte mate gevoelig zijn voor groepsdruk. Hoe dan ook, een belangrijk onderscheid dient zich hier aan: chimpansees zijn net als mensen culturele wezens met groepsspecifieke gedragingen en gedeelde, arbitraire betekenissen, maar mogelijkerwijs in een minder exponentiële vorm. Of, zoals Darwin al zei in The Descent of Man, and Selection in Relation to Sex: ‘The difference in mind between man and the higher animals, great as it is, certainly is one of degree and not of kind.’

Tot slot is het ook belangrijk op te merken dat als we naar chimpansees kijken, we nog niet eens de helft van hun gedragingen begrijpen. Zelfs ervaren onderzoekers als Christophe Boesch hebben vaak nog geen idee hoe chimpansees hun gedrag coördineren, hoe het komt dat ze soms plotseling allemaal stil zijn, hoe het komt dat ze anticiperen op de gedragingen van andere chimpansees nog voordat wij ook maar iets waargenomen hebben, of hoe ze hun culturen vormen en cultiveren over tijd. Deze wetenschap gebiedt bescheidenheid. Waar het identificeren van de menselijke uniekheid noodzakelijk geacht wordt, laten we ons dan in Darwins naam realiseren dat we één van vele dieren zijn, en ons niet laten verleiden tot het trekken van soorttyperende conclusies alvorens gedetailleerde observaties van mensen zoals Boesch te overwegen.

Christophe Boesch, Wild Cultures: A Comparison between Chimpanzee and Human Cultures. (Cambridge: Cambridge University Press, 2012).

Deel dit artikel
Gerelateerde artikelen