Deel dit artikel

volgens de definitie van de international council of museums moeten musea het publiek gevarieerde ervaringen voor educatie, plezier, reflectie en het delen van kennis bieden. ze staan bezoekers toe om zonder al te veel afleiding te reflecteren over wat er te zien valt, om de gekende regels en waarden ter discussie te stellen, om na te denken en te debatteren over de uitdagingen van onze tijd. daarbij zijn de spanning en de complementariteit tussen kunst en wetenschap van groot belang.

Een twijfelende blik op kunst en wetenschap

Bart Geerts

The American Folk Art Museum, dat is waar Julius, de protagonist uit Teju Coles roman Open City, op een van zijn wandelingen door New York eerder onverwacht het werk van de Amerikaanse schilder John Brewster ontdekt. Met zijn onderhoudende vertelstem neemt Julius de lezer mee doorheen het oeuvre van de schilder. Het is alsof hij uit de losse pols vertelt, mijmerend en verderbouwend op zijn parate culturele bagage. Julius, een psychiater in opleiding, is duidelijk niet onbelezen. De erudiete toon, gekoppeld aan de begeesterende vertelstem, wekt het soort vertrouwen dat begenadigde professoren ook weleens uitstralen, wanneer het studentenpubliek likkebaardend de meanderende bewegingen volgt die niet in de cursustekst zijn opgenomen. Op een soortgelijke manier wordt de lezer door Julius meegenomen in een verhaal. Niet belerend en afstandelijk, maar gebracht door iemand die niet anders dan een ervaringsdeskundige kan zijn, thuis in verschillende domeinen, talen en culturen en zich tegelijk bewust van de beperkingen van het eigen perspectief. Een verhaal als een wandeling die op het goede moment wordt gelardeerd met een persoonlijke anekdote. En het publiek luistert, kijkt, absorbeert, volgt en probeert misschien te voorspellen wat de volgende wending zal zijn.

Teju Coles beschrijving van de museumervaring biedt de lezer net dat. Ze pretendeert dat Julius toevallig het museum binnenwandelt, maar dat is natuurlijk niet zo. Julius neemt de rol over van een goed geïnformeerde curator, kunsthistoricus of conservator en duwt de lezer in de rol van bezoeker die niet anders kan dan zich laten leiden door het verhaal. Via een literaire omweg geeft Cole ons de stille droom van menig curator op papier: een museumbezoeker die zich laat leiden door een uitgekiende scenografie en die behalve de eigenlijke werken die tentoongesteld worden ook alle mogelijke informatie die onderweg wordt aangeboden tot zich neemt. Een bezoeker die vervolgens de tentoonstelling verlaat als een ander mens, rijker in ervaring, gelouterd, in de war, op zoek, hongerig naar meer, teleurgesteld… ‘Toen ik uiteindelijk de trap afliep en het museum uitliep, was dat met het gevoel van iemand die van grote afstand naar de aarde was teruggekeerd,’ zo vertelt Julius ons.

Het vervolg van dit artikel lees je in de papieren versie van Karakter 80. De volledige tekst verschijnt later online.

Deel dit artikel
Gerelateerde artikelen