Deel dit artikel

de art nouveau werd ook wel style congo genoemd, omdat hij hier in belgië onlosmakelijk verbonden leek met de kolonie. verschillende opdrachtgevers waren betrokken bij de koloniale onderneming, en materialen uit congo werden gretig gebruikt in de ontwerpen van art-nouveauarchitecten. een recente tentoonstelling in het brusselse civa maakt dat meer dan duidelijk. waarom lijkt het dan een nieuwe vaststelling? hoe kan het kolonialisme in de context van de art nouveau zo lang buiten beeld gebleven zijn?

De toxische tover van de Style Congo

Lieven De Cauter, voor Johnny Leya

‘Elk document van cultuur is tegelijk een document van barbarij.’ Aan dat beroemde citaat moest ik weer eens denken toen ik door de tentoonstelling Style Congo in het Brusselse CIVA (Centre International pour la Ville et l’Architecture) werd geleid, een tentoonstelling die focuste op de Belgische Congopaviljoenen voor koloniale tentoonstellingen, met een nadruk op de art nouveau. Deze ‘nieuwe kunst’ werd in die tijd ook Style Congo genoemd, omdat hij hier in België onlosmakelijk verbonden leek met de kolonie. Heel wat opdrachtgevers van Horta bijvoorbeeld waren betrokken in de koloniale onderneming. Van Eetvelde, opdrachtgever van het naar hem genoemde huis dat dit jaar na grondige restauratie weer is opengesteld voor het publiek en een infopunt over art nouveau huisvest, was administrateur-generaal van Congo Vrijstaat. Ook de materialen werden gretig gebruikt om de burgerij te overtuigen: ivoor, Afrikaanse mahonie (Khaya), ebbenhout, Bilinga en koper. Het koloniale tekent de beeldtaal van art nouveau tot in al dan niet verborgen, gestileerde motieven (daar komen we op terug). Vooral in de tentoonstelling van 1897 in Tervuren werd de art nouveau, met Hankar, Van de Velde en vooral Hobé in de glansrollen, een ultiem propaganda-instrument voor het koloniale ‘avontuur’ van Leopold II. De gids verklapte dat Leopold II niet kon opschieten met Horta, vandaar dat deze de grote afwezige was. Deze tentoonstelling drukt de bezoeker met de neus op het feit dat de Belgische art nouveau niet los kan worden gezien van het kolonialisme. Art nouveau = Style Congo.

We werden rondgeleid door Johnny Leya, een Afro-Belgische architect van het bureau Traumnovelle, het architectencollectief dat de centrale installatie van de tentoonstelling maakte, Congolisation, waarin de foto’s en plannen van de Congopaviljoenen op koloniale tentoonstellingen chronologisch waren opgehangen van 1885 tot 1958. Hij was het die de archieven van Archives d’Architecture Moderne (AAM), ondergebracht in het CIVA, onderzocht en materiaal bovenspitte.

Het vervolg van dit artikel leest u in de papieren versie van Karakter 83. De volledige tekst verschijnt later online.

Deel dit artikel
Gerelateerde artikelen