Deel dit artikel

zelfs de filosoof leibniz, die droomde van een automaat die geschillen zou kunnen beslechten in de rechtbank of in de wetenschap, had nooit kunnen vermoeden dat we ooit in natuurlijke taal vragen zouden kunnen stellen aan een rekenmachine en al helemaal niet dat die ons in volzinnen zou antwoorden. hoewel de interne werking van tekstgeneratoren haar blijft fascineren, heeft sylvia wenmackers stevige bedenkingen bij heel wat aspecten van generatieve artificiële intelligentie.

De vrije hand. Computergeneratie schrijft door

Sylvia Wenmackers

Jim ik zou willen weten
wat maakt het de moeite waard
dat je door blijft schrijven

Zo begint een gedicht van Hans Lodeizen, gepubliceerd in 1950. Zijn vertwijfelde vraag resoneert in onze tijd, ook bij academici. Waarom zouden we zelf nog essays schrijven als generatieve artificiële intelligentie het zoveel sneller kan?

Een essay is een probeersel, het resultaat van een moeizame poging een beter essay te schrijven. Elk essay is dus een overwinning op de verlokking om het niet eens te proberen. Die verlokking is wellicht zo oud als het schrift, maar ze evolueert mee met haar tijd en laat zich nu gelden via grote taalmodellen. In combinatie met een bepaald type neuraal netwerk vormen ze een generatieve, vooraf getrainde transformator (GPT), die op basis van een vraag of opdracht (de zogeheten prompt) moeiteloos tekst genereert. Wie een GPT inroept, krijgt dus een tekst die per definitie geen essay is.

Als onderzoeker ervaar ik schrijven als een integraal onderdeel van mijn denken, iets dat ik liever niet uitbesteed. Onderzoekend schrijven is vloeken, schrappen en opnieuw beginnen. Vooral de eerste glimp van een idee laat zich moeilijk in woorden vangen. Toch loont die worsteling. Eens je je gedachten in een extern medium gevat hebt, kun je ze daar herordenen en confronteren met eerdere gedachten. Zo ontstaan nieuwe combinaties, die je weer aan het denken zetten.

Academisch werk vereist bovendien dat we in dialoog gaan met ideeën uit bronnen, die we zorgvuldig selecteren en citeren. Studenten moeten nog leren om hun eigen gedachten te vormen en die van anderen adequaat weer te geven. Om die redenen schreef Iris van Rooij eind 2022 al een stuk ‘tegen geautomatiseerd plagiaat’, waarin ze elk gebruik van grote taalmodellen bij het schrijven van academische essays afwijst.

Het vervolg van dit artikel lees je in de papieren versie van Karakter 86. De volledige tekst verschijnt later online.

Deel dit artikel
Gerelateerde artikelen