Deel dit artikel

vaak wordt verondersteld dat tijdelijke arbeidsmigratie, bijvoorbeeld de tewerkstelling van seizoenarbeiders in de land- en tuinbouw, voordelig is voor alle betrokken partijen. het gastland ziet zich verzekerd van een constante aanvoer van arbeidskrachten zonder te moeten instaan voor permanente vestiging. in het land van herkomst worden de achterblijvers ondersteund met financiële transacties en heeft het land van herkomst baat bij de hogere koopkracht van de arbeidskrachten wanneer zij terugkeren. ook de arbeidskrachten zelf zouden erbij moeten winnen, alleen al door de betere leef- en werkomstandigheden in het gastland. de realiteit is echter, zoals wel vaker, genuanceerder en complexer.

Is tijdelijke arbeidsmigratie werkelijk een ‘triple win’?

Frederic De Wispelaere

Personen op arbeidsactieve leeftijd verplaatsen zich in toenemende mate naar een ander land om er te werken. Deze verplaatsingen kunnen permanent maar evenzeer tijdelijk van aard zijn. In dat laatste geval wordt de betrokken persoon voor een bepaalde periode tewerkgesteld in het gastland om vervolgens terug te keren naar het land van herkomst; denken we bijvoorbeeld aan een seizoenarbeider die voor enkele maanden wordt tewerkgesteld in onze land- en tuinbouw.

Maar is tijdelijke arbeidsmigratie wel wenselijk, zowel voor de arbeidsmigrant als voor de samenleving in de brede zin van het woord? Een zeer pertinente vraag, naar mijn aanvoelen. De theoretische stelling die immers sinds meer dan twee decennia circuleert binnen internationale middens en die evenzeer in de academische literatuur is geslopen, is dat tijdelijke, veelal circulaire, arbeidsmigratie als een ‘triple win’ beschouwd kan worden: zowel het land van herkomst, het gastland als de betrokken arbeidskracht hebben er (economisch) baat bij. Het biedt het gastland een constante aanvoer van benodigde arbeidskrachten zonder dat zij zich permanent vestigen. Het land van herkomst heeft baat bij de geldovermakingen van arbeidskrachten die tijdelijk in een ander land worden tewerkgesteld en van hun toegenomen koopkracht en vaardigheden bij terugkeer. Er wordt ook verondersteld dat de betrokken arbeidskracht erbij wint, gezien de betere leef- en arbeidsomstandigheden in het gastland t.o.v. het land van herkomst. De realiteit is zoals vaak genuanceerder en complexer. Alvorens specifiek in te gaan op bovenstaande vraag, is het zinvol om eerst een aantal bemerkingen te formuleren over het gebruik van de noties ‘triple win’ en ‘tijdelijke arbeidsmigratie’. Daarbij zal de focus liggen op de situatie in de Europese Unie (EU).

Het gebruik van de notie ‘triple win’ betreft een te sterke vereenvoudiging van het veelvoud aan economische actoren betrokken bij tijdelijke arbeidsmigratie in zowel het gastland als het land van herkomst. Hierdoor kan nooit eenzijdig geconcludeerd worden dat tijdelijke arbeidsmigratie batig of nadelig is voor het gastland of voor het land van herkomst. Daarenboven bestaat er niet zoiets als ‘de’ tijdelijke arbeidsmigrant. Een voordeel van het gebruik van de notie is evenwel dat er aandacht wordt besteed aan de gevolgen voor het land van herkomst, een perspectief dat vaak genegeerd wordt in de academische literatuur door de eenzijdige focus op de impact van tijdelijke en permanente arbeidsmigratie op gastlanden. Bovendien zijn de kosten en baten van tijdelijke maar evenzeer van permanente arbeidsmigratie niet uitsluitend economisch van aard. Zo zijn er sociale en culturele veranderingen die in rekening moeten worden genomen en waarvan de kosten en baten niet altijd in monetaire termen uitgedrukt kunnen worden. Zelfs in gevallen waarbij de economische impact positief is, vormt dit bijvoorbeeld geen garantie dat burgers die onevenredig blootgesteld worden aan de negatieve effecten ervan overtuigd zullen worden van het belang van tijdelijke arbeidsmigratie.

Het vervolg van dit artikel lees je in de papieren versie van Karakter 86. De volledige tekst verschijnt later online.

Deel dit artikel
Gerelateerde artikelen