Deel dit artikel

de uitvinding van de transistor in 1947 zette een hele keten aan nieuwe ontwikkelingen in gang. steeds meer transistoren kunnen gecombineerd worden in één enkele chip; de voorspelling van een halve eeuw geleden dat de capaciteit om het anderhalf jaar zou verdubbelen blijkt nog steeds te kloppen. de optimalisatie van chiptechnologie heeft voor immense vooruitgang gezorgd in ontelbaar veel industriële sectoren. in dat hele proces hebben diverse regionen in de wereld elk hun eigen rol gespeeld.

Chip war: de digitale race

Martin Hinoul

In 2022 verscheen het boek Chip War: The Fight for the World’s Most Critical Technology, door Chris Miller, verbonden aan Tufts University (Massachusetts, VS). Het boek werd terecht door de Financial Times bekroond als ‘Business Book of the Year 2022’. Het is een van de weinige boeken die het boeiende verhaal van de microchip ten gronde analyseren en het ook in de juiste geopolitieke, economische en technologische context kaderen.

Aan de universiteit van Pennsylvania werd in 1946 de Electronic Numerical Integrator and Computer (ENIAC) ontwikkeld, gevolgd door de eerste commerciële computer, de UNIVAC. Deze logge machine woog maar liefst 15 000 kilo, was 16 meter lang, 8 meter breed en 2,5 meter hoog, en telde 5 000 vacuümbuizen die 20 kilowatt aan warmte produceerden. Dit technologische hoogstandje was toch al goed voor het maken van 2 000 berekeningen per seconde. Van deze UNIVAC-machines zouden 46 exemplaren verkocht worden.

In 1947 werd in de legendarische Bell-laboratoria van de telecomreus ATT in Murray Hill, New Jersey, dan weer de transistor uitgevonden. De transistor zou een van de meest ingrijpende technologische doorbraken van de voorbije twee eeuwen worden, te vergelijken met de uitvinding van de stoommachine (1775), de elektromotor (1832), de verbrandingsmotor (1860) en de gloeilamp (1878). Zo’n transistor is een zeer kleine, relatief eenvoudige elektronische component, opgebouwd uit halfgeleidend materiaal, zoals silicium of germanium. Deze materialen zijn te vergelijken met glas, maar met dit verschil dat men er elementen aan kan toevoegen (doperen) zoals fosfor of antimoon, en dat ze bij het aanleggen van een elektrisch veld vervolgens stroom kunnen geleiden of elektrische signalen kunnen versterken. Transistoren zijn de bouwstenen voor computergeheugens en vormden de oplossing voor het hoge energieverbruik van de klassieke vacuümbuizen, die bovendien ook erg veel ruimte innamen. Hierdoor kwam de transistor al snel op in tal van sectoren, waaronder die van radio, computers en telecommunicatie.

Het vervolg van dit artikel lees je in de papieren versie van Karakter 86. De volledige tekst verschijnt later online.

Deel dit artikel
Gerelateerde artikelen