het leven van alledag op planeet aarde voelt steeds vreemder aan: een enorme, ongefilterde stroom aan informatie, razendsnelle technologische ontwikkelingen en diverse langdurige crises, die dan ook nog eens onderling verbonden zijn. dit alles zorgt voor radicale onzekerheid en desoriëntering, en in de literatuur geeft het zelfs aanleiding tot een zogenaamde verbeeldingscrisis: het dominante realisme kan steeds minder recht doen aan de vreemde ervaring van het leven. een heel ander genre, weird fiction, doet dat veel beter.
There’s something about the weird
Waarom we monsters, aliens, geesten, zombies en cyborgs nodig hebben om door onze werkelijkheid te navigeren
In deze tijden van crises, post-truthpopulisme en samenzweringstheorieën dringen velen aan op factchecken en een scherpe scheiding tussen feit en fictie. Fictie wordt daarbij beschouwd als een bedreiging voor de wetenschap, als het tegenovergestelde van (betrouwbare) kennis. Hoewel de gevaren van post-truthretoriek zeer reëel zijn, is de oplossing niet om wetenschap af te schermen van fictionaliteit: fictie is een cruciaal middel in de productie van kennis, in de wetenschap en in elk aspect van onze werkelijkheid. Zoals Kate Marshall laat zien in haar studie Novels By Aliens (2023) kan fictie, en dan vooral het genre weird fiction, een sleutelrol spelen ‘in het conceptuele werk van het heden’.
‘In de eenentwintigste eeuw leven we op Mars’: zo luidt de openingszin van Marshalls boek. Ze heeft het niet over een of andere buitenaardse ruimte, maar over hoe het is om vandaag de dag op planeet Aarde te leven, in een wereld die steeds vreemder aanvoelt en buiten ons bereik lijkt te liggen. De enorme, ongefilterde informatiestroom, technologische ontwikkelingen in razend tempo en het voortduren van onderling verbonden crises – financiële crises, de zogenaamde migratiecrisis, de klimaatcrisis, de pandemie, wereldwijde ongelijkheid, oorlogen – zorgen voor radicale onzekerheid. Het rationalisme en het hameren op feiten of ‘technofixes’ voor mondiale uitdagingen helpen mensen onvoldoende om te gaan met een desoriënterend heden, dat door verschillende bevolkingsgroepen heel verschillend wordt ervaren.
Welk genre zou de vreemde ervaring van het leven in een door crisis geteisterde wereld het beste kunnen weergeven? Veel literatuurwetenschappers hebben sinds eind jaren negentig een verbeeldingscrisis geconstateerd, vooral in het licht van de klimaatcrisis, die zich niet makkelijk leent aan narrativisering. Amitav Ghosh’ The Great Derangement: Climate Change and the Unthinkable (2016), bijvoorbeeld, stelt het vermogen van de huidige literatuur in vraag om vormen te bedenken die klimaatverandering kunnen vatten. Dit argument berust echter, zoals Marshall betoogt, op een overmatige focus van wetenschappers op realisme – begrepen als een representatie van de werkelijkheid zonder bovennatuurlijke of speculatieve elementen – als het dominante genre in literaire fictie. Dit weerhoudt literatuurwetenschappers ervan om de vele formele en narratieve experimenten met schaal en perspectief te traceren die in andere genres van speculatieve fictie plaatsvinden.
This work is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-NoDerivs 3.0 Unported License