Robin Waterfield schreef de allereerste volledige biografie van Plato, maar over Plato’s leven weten we verbijsterend weinig met zekerheid. Hoe geslaagd kan een biografie zijn als de feiten ontbreken, en leidt kennis over het leven van een filosoof tot een beter begrip van diens ideeën?
‘De prent tot leven laten komen’. Over het belang (en de beperkingen) van biografieën
Wanneer Plato in de Timaios het beroemde verhaal van Atlantis vertelt, doet hij dat met de uitdrukkelijke bedoeling om handen, ogen en een gezicht te geven aan de ideale staat die hij ontwierp in zijn belangrijkste werk, de Staat. Dat tastbaar maken van de staat moet gebeuren aan de hand van een beschrijving van concrete mensen en concrete daden:
Luister dan nu naar wat mij te binnen viel over wat er verder moet gebeuren met de staat die we hebben besproken. Ik had zo’n beetje het gevoel van iemand die naar mooie dieren zit te kijken, uitgebeeld op een prent of in het echt, maar dan in rust: het verlangen bekruipt je dan om ze te zien bewegen, en ze in de strijd om het bestaan hun fysieke kwaliteiten te zien tonen. Dat gevoel had ik over de staat die we hebben besproken. (Plato, Timaios 19 b-c)
Waterfields biografie van Plato, vertaald door Wilma Paalman, komt allicht voort uit een gelijkaardig verlangen: we kennen Plato van zijn werk, en zijn naam is in zekere zin een abstractie die staat voor een aantal welomlijnde filosofische stellingnames: filosofie als begeerte naar kennis en wijsheid, de ontdekking van een inzichtelijke werkelijkheid die belangrijker is dan de zichtbare wereld, de onsterfelijkheid van de ziel, de ontwikkeling van een politiek systeem geleid door wijze mensen, enzovoort. Bovendien − erg uitzonderlijk voor de Oudheid − zijn van Plato alle werken bewaard. Meer zelfs: het corpus teksten dat aan Plato wordt toegeschreven, bevat ook een aantal inauthentieke werken van latere datum. Wat Plato’s geschriften betreft zijn we dus goed geïnformeerd. Maar wie was de mens achter die geschriften? Wat dreef hem in de keuzes die hij heeft gemaakt? We willen hem ‘zien bewegen’ en hem ‘zijn fysieke kwaliteiten zien tonen’, om de prent tot leven te laten komen die zijn werk ons nalaat.
Het vervolg van dit artikel leest u in de papieren versie van Karakter 91. De volledige tekst verschijnt later online.

This work is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-NoDerivs 3.0 Unported License