Hans C. Hönes’ biografie Tangled Paths biedt een fascinerende inkijk in de Duitse kunst- en cultuurhistoricus Aby Warburgs (1866-1929) leven en werk, met bijzondere aandacht voor zijn baanbrekende Bilderatlas, een collectie panelen met zwart-witfoto’s van kunstwerken die archetypen uit de kunstgeschiedenis overspannen. Barbara Baert bouwt voort op dit perspectief door de persoonlijke zoektocht van Warburg naar dit culminatiepunt te belichten, een invalshoek die in de bestaande vakliteratuur vaak onbesproken blijft.
De slang en de moeder van de muzen
Aby Warburg (1866-1929) of het denken in ellipsen
Barbara Baert
Het etnologisch museum in Hamburg – MARKK Museum am Rothenbaum. Kulturen und Künste der Welt – bezit een zeer goed bewaarde kleipot uit 1890-1895 vervaardigd door de San Ildefonso Pueblo in New Mexico. De schaal van de Po-Woh-Geh-Owingh, Tewa-taal voor ‘waar het water samenvloeit’, is beschilderd met gestileerde wolken, sterren, kikkers en planten. Aan de buitenzijde bevinden zich slangen ter ere van de god Awanyu: ‘Hij die water brengt naar de Pueblo-gemeenschap.’ Het was Aby Warburg die de kleipot in 1902 samen met zijn verzameling Pueblo-keramiek schonk aan wat toen nog het Museum für Völkerkunde heette.
Aby Warburg had enkele jaren daarvoor, in 1893, aan de Universiteit van Bonn zijn dissertatie over de Florentijnse schilder Sandro Botticelli (1445-1515) verdedigd. De jonge Warburg was gefascineerd geraakt door de emotionele uitdrukkingen in de Primavera (Lente), zoals vreugde en beweging, dans en erotiek. Het geschilderde lichaam is met andere woorden drager van meer of minder pathos, van een psychologie. Warburg gebruikt daarvoor de term Pathosformel in de kunsten. In de dissertatie ontwikkelde Warburg ook een discours over het voortleven van Antieke motieven in de poëzie en de plastische kunsten van de Renaissance. Hij gebruikt daarvoor het begrip Nachleben der Antike. Dat was een nieuwe benadering in de kunstgeschiedenis. Ten tijde van Aby Warburg was de discipline voornamelijk gericht op de stijl van individuele kunstenaars. Warburg wilde deze vormelijke focus ontvoogden en verruimen naar de cultuurgeschiedenis, de filosofie en de psychologie.
Hij geloofde dat de studie van endogene culturen gemeenschappelijke archetypen tussen westerse en niet-westerse beeldtradities kon onthullen
Aby Warburg pleitte voor interdisciplinariteit en een longue durée om de iconografische tradities die vanuit het Midden-Oosten aan het mediterrane bekken waren aangespoeld, te herkennen, te omschrijven en te classificeren. De god Mithras beschouwde hij als exemplarisch voor deze migratie van denkbeelden naar Europa. Ten tweede pleitte hij voor interculturaliteit in de kunstgeschiedenis. Hij was ervan overtuigd dat de studie van endogene culturen gemeenschappelijke archetypen zichtbaar kon maken tussen de westerse en niet-westerse beeldtradities. Nu begrijpen we Warburgs interesse in de rituelen en materiële cultuur van de Navajo en Pueblo volkeren die hij in 1897 had bezocht. In datzelfde jaar nog, gaf Aby Warburg een lezing in Berlijn over de regen- en slangensymboliek van de inheemse groepen. De transhistorische benadering van de kunstgeschiedenis was ongezien in die tijd en de lezing zou de discipline diepgaand hervormen.
Het is echter belangrijk om twee biografische sporen te vermelden die bepalend zijn geweest voor Aby Warburgs vernieuwende methodologie. Hij had de middelen. En hij was bipolair.
Aby Warburg was de oudste telg uit een rijke en tot op vandaag in Hamburg bekende joodse generatie bankiers. Maar de familieonderneming boeide Warburg niet. Hij gaf zijn erfenisrecht aan zijn jongere broer Max Warburg (1867-1946). In ruil zou Max zijn reizen, zijn grote collectie boeken en zijn fototheek financieren. De familie vroeg Warburg op haar beurt om regelmatig updates van zijn onderzoek te delen en openbare lezingen te verzorgen voor het kapitaalkrachtige publiek van de Hanzestad. Die updates en lezingen zijn bewaard gebleven en vormen een belangrijke inkijk in Warburgs denken.
De aan schizofrenie lijdende Aby Warburg heeft veel geleden onder het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. Uit zijn brieven en dagboeknotities blijkt dat Warburg obsessief de Duitse propaganda-iconografie begon te verzamelen en te bestuderen. Zijn neurotische dwangvoorstellingen werden in toenemende mate problematisch en stortten hem in een zware psychose. Warburg werd van 1921 tot 1924 in het Bellevue Sanatorium in Kreuzlingen aan de Bodensee opgenomen als patiënt van de Zwitserse psychiater Ludwig Binswanger (1881-1966). Een verpleegster-stenografe noteerde Warburgs verzuchtingen, zijn woede uitbarstingen en zijn melancholische gesprekken met nachtvlinders. Zo schreef ze dat de patiënt aan zijn goede vriend Ernst Cassirer (1874-1945) – de cultuurfilosoof met wie hij denkbeelden over de symbolische systemen in taal, mythe, religie en kunst deelde – het volgende toevertrouwde: ‘Ich bin hier in dieser Abgeschiedenheit leider nicht im Stande fortzusetzen, was ich begonnen. Könnte ich nur wenigstens die ‘Psychologischen Bruchstücke’ verwertet sehen, die in Hamburg liegen: Sie dürfen sie sich von meiner lieben Frau oder von Saxl geben lassen und verwerten.’ ‘Hier, in deze afgelegenheid, ben ik helaas niet in staat voort te zetten wat ik begonnen ben. Kon ik tenminste de ‘Psychologische Fragmenten’ benut zien, die in Hamburg liggen. U mag ze opvragen bij mijn lieve vrouw of bij Saxl, en ze gebruiken.’
In het geciteerde gesprek, vraagt Warburg om zijn verzameling Grundlegenden Bruchstücken zu einer pragmatischen Ausdruckskunde naar Kreuzlingen te brengen. Dit is het corpus steekkaarten dat hij tussen 1888 en 1905 aanlegde met annotaties en hermetische aforismen. De zogenaamde ‘Fragmenten’ poogden de talloze vormen van lichamelijke en psychologische uitdrukkingsvormen in de kunsten te groeperen. Daarbij schreef Warburg elke gedachte neer, hoe ogenschijnlijk onbelangrijk die ook leek. Einen Gedanken finden ist Spiel, ihn ausdenken Arbeit. ‘Een gedachte vinden is spel, haar uitwerken is werk,’ was één van zijn vele motto‘s.
Zijn liebe Frau is Mary Warburg-Hertz (1866-1934), dochter van de Hamburgse senator en koopman Adolph Ferdinand Hertz (1831-1902). Zij was beeldhouwster en de moeder van hun vijf kinderen. (Slechts in 2020 heeft ook zij eindelijk haar wetenschappelijke biografie gekregen.) Saxl is Fritz Saxl (1890-1948), de bibliothecaris van Aby Warburg. Hij reist om op boekveilingen de gegeerde titels aan te kopen, en houdt alle aankopen bij in een catalogus. Deze bibliografische lijst vormt een onschatbare bron om Warburgs vele interessevelden in kaart te brengen.
Kort na Aby Warburgs cri de coeur vindt een ontroerende gebeurtenis plaats. Op initiatief van Gertrud Bing (1892-1964), de assistente en vertrouwelinge van Warburg, worden talloze kisten met foto’s, boeken en – opvallend – zeer grote panelen vanuit Hamburg naar de Bodensee gebracht. Het was de reis van de hoop. De hoop dat Warburg, zodra omgeven met zijn notities en beeldmateriaal, zijn malaise zou te boven komen.
Aby Warburg begint in het sanatorium van Kreuzlingen orde te zoeken in zijn honderden foto’s van kunstwerken en objecten binnen en buiten Europa. Zijn beeldcollectie van artistieke expressievormen – de Pathosformeln zoals hij ze in zijn doctoraat had genoemd – sorteert hij thematisch op grote panelen. Elk paneel ordent een archetypische emotie: vormen van rouw bijvoorbeeld, of de extase in de dans. Gertrud Bing voorzag de panelen met bondige verklarende teksten. De vastgeprikte foto’s kunnen naargelang het discours en de argumentatie verplaatst worden en de panelen reizen vaak met Warburg mee. Men moet zich voorstellen dat Aby Warburg bij zijn voordrachten wandelt tussen deze beeldwanden, net zoals het zijn overtuiging is dat beelden ook voortdurend bewegen. En zo, vanuit het sorteren, het monteren en het exposeren van beelden, heeft Warburg in het sanatorium rust gevonden en zijn bipolariteit een plaats gegeven.
Het fenomeen dat ik zonet heb beschreven is de ondertussen beroemde Bilderatlas van Aby Warburg en Gertrud Bing, of nog: het Mnemosyne project. Het project groeide uit tot een volstrekt nieuwe exemplarische methodologie, maar was in feite geboren uit een therapie,uit een mentaal genezingsproces. Psychiater Ludwig Binswanger zal de pathologie en de succesvolle zelfgenezing van Aby Warburg documenteren in zijn boek Die unendliche Heilung. De eindeloze genezing, omdat er eindeloos beelden zullen bestaan. Dat verklaart ook Warburgs keuze voor de naam Mnemosyne. Mnemosyne is de Griekse godin van het geheugen en de spraak. Ze is een chtonische godin. In de onderwereld bewaakt zij de bron van de herinnering. Wie van haar water drinkt vergeet niet. En tot slot is Mnemosyne de moeder van de negen muzen.
Aby Warburg beseft dat Mnemosyne zijn eigen betrachtingen en obsessies belichaamt. Hij beoogt een kunstgeschiedenis die verslag maakt van de cyclische uitersten in de emotionele expressie: tussen extase en rede, tussen verwilderd en sereen, tussen Dionysos en Apollo. Scherper gesteld: Warburg heeft zijn bipolariteit tot onderwerp en methode van de kunstgeschiedenis gemaakt. Hij lokaliseert de creatieve energie van de mens precies in de Zwischenraum. Kunstenaars in het bijzonder, beheersen de artistieke vertaalslag vanuit die tussenruimte naar de materiële wereld.
Warburg heeft zijn bipolariteit tot onderwerp en methode van de kunstgeschiedenis gemaakt
In 1925, een jaar na zijn ontslag uit Kreuzlingen, koopt de Warburg-familie een braakliggend terrein naast hun woning in de Heilwigstrasse 114. Het nieuwe pand aan nummer 116 wordt toevertrouwd aan de stadsarchitect Fritz Schumacher (1869-1947), die gevraagd werd een eigentijdse bibliotheekruimte te ontwerpen binnen een typisch Noord-Duitse rijhuis in bruine baksteen. De Kulturwissenschaftliche Bibliothek Warburg – de letters KBW werden als een logo in de gevel verwerkt – kreeg een fotolabo, een systeem dat de cataloguskaarten via pijpen met hoge druk tot bij de vier verdiepingen bracht, elektrisch gestuurde banden onder de bevloering om de boeken te verplaatsten, meer dan twintig telefoontoestellen en stoelen met veel zitcomfort. Wat Warburg echter onontbeerlijk achtte, was dat de leeszaal (de Denkraum) ovaalvormig zou zijn – naar de ellipsvormige planeetbanen – en bekroond werd met een bovenvenster dat niet alleen het licht op de denkende mens schijnt, maar deze ook toelaat om zich te verwonderen over het universum. Want in het moment dat de mens voor het eerst naar boven keek, zijn de kunsten geboren, aldus Warburg.
Het opschrift mnemosyne werd in het marmeren linteel boven de binnendeur aangebracht om de bezoekers van de KBW te verwelkomen. De panelen van de Mnemosyne Atlas zelf werden in de ovalen Lesesaal ondergebracht in op maat gemaakte laden. Bij de gastlezingen die in de leeszaal werden georganiseerd, konden de panelen uitgehaald en getoond worden op daartoe speciaal ontworpen richels. Aan het einde van Warburgs leven telde de Mnemosyne Atlas ongeveer 80 panelen of Tafeln. De eerste Tafel is gewijd aan de Wanderkarte van migrerende denkbeelden naar, in en vanuit Europa; de tweede aan de macro- en microkosmos. De Bilderatlas was nooit statisch. Ik herhaal dat het de bedoeling was dat de foto’s naargelang de inhoudelijke insteek konden herschikt worden tot nieuwe verbanden.
De Bilderatlaswas nooit statisch
In die zin is de jongste facsimile van de Bilderatlas naar aanleiding van de imposante opstelling van alle teruggevonden panelen in het Haus der Kulturen der Welt in Berlijn (MNEMOSYNE. The Original, 2020) een momentopname van een didactisch project dat eigenlijk niet bedoeld was om in zijn totaliteit te worden geëxposeerd, maar wel om voortdurend te blijven ontwikkelen, te reizen en aangevuld te worden tot in het heden.
Een anekdote illustreert dit. ‘Symbol tut wohl!’, riep Aby Warburg vaak volgens zijn zoon Max Adolph (1902-1974). Dat moet grappig geweest zijn, want zijn vader had de uitdrukking ontleend aan een bekend reclamebord voor pastilles dat overal in Hamburg te zien was: ‘Carmol tut wohl!’ Voor Warburg zijn beelden immers (in zijn eigen woorden) ‘mobile Fahrzeugen’ die gekscherend over elkaar heen tuimelen en zichzelf onbegrensd in tijd en ruimte voortplanten.
Aby Warburg sterft op 26 oktober 1929. Hij bezweek allicht aan diabetescomplicaties. De harter Saturn-Vater met kolossale Kräfte, zoals Fritz Saxl hem noemde, maakt nu zelf zijn entree in de onderwereld van Mnemosyne. Daar dwaalt hij over de moerasvelden in het amusante gezelschap van de slangen, de Antieke nimfen, de Romeinse helden en de oude mysterie-goden die hij zo diepgaand heeft bestudeerd.
De Nazi’s moest hij gelukkig niet meer meemaken.
Zijn bloed was Joods, zijn hart Hamburgs en zijn geest Florentijns, beweerde hij altijd.
In 1933 verscheept Fritz Saxl 60.000 boekbanden naar Londen en sticht daar samen met Gertrud Bing The Warburg Institute. Tot op vandaag blijft de bibliotheek van het instituut trouw aan Warburgs principe om boeken te ordenen met hun ‘bevriende buren.’ Het ene onderwerp roept immers het andere op en zo vormen bibliotheken lange rijen van vriendschappen. Meer nog: Ein Buch lebt weiter. (‘Een boek leeft verder’). Om die reden mocht Fritz Saxl geen punt achter een boektitel in de catalogus plaatsen. De andere jonge assistent van de KBW, de bekende Erwin Panofsky (1892-1968), vlucht in 1932 naar Princeton. Eén van de eerste lezingen die Panofsky verzorgt voor het Institute of Advanced Study draagt de titel: The History of Art as a Humanistic Discipline.
Vanaf dat ogenblik krijgt het denken in ellipsen een naam en een trans-Atlantische verspreiding: Iconologie.
Postscriptum
In 1993 heeft de Hamburgse universiteit het huis aan de Heilwigstrasse 116 aangekocht. Het was voordien op de privé-markt verhuurd aan een farmaceutisch bedrijf en aan een filmmaatschappij. De restauratie werd mede gefinancierd dankzij de Leibniz Preis van de bezieler van het Warburg-Haus, kunsthistoricus Martin Warnke (1937-2019). Vandaag kijkt de elliptische ruimte nog steeds uit op de Alster , waar roeiers de reflecties van de statige witte patriciërswoningen doorklieven. Ik schrijf er op dit ogenblik deze tekst. Vanuit de vensters ziet men helemaal in de verte links, de koepel van de grote watertoren in het stadspark van Hamburg. Toen deze in onbruik geraakte, hebben Aby, Fritz en Gertrud gepleit voor een herbestemming als planetarium. Dat is de watertoren inderdaad geworden.
Want wie naar de hemel kijkt, grijpt naar het ontstaan van de kunsten.
Hamburg, Warburg-Haus
30 november 2024
Michael Diers & Bärbel Hedinger (eds.), Mary Warburg. Porträt einer Künstlerin. (München: Hirmer, 2020).
Uwe Fleckner (ed.), Aby Warburg. Bilder aus dem Gebiet der Pueblo-Indianer in Nord-Amerika. Vorträge und Fotografien. (Berlijn: Akademia Verlag, 2018).
Hans C. Hönes, Tangles. A Life of Aby Warburg. (Londen: Reaktion Books, 2024).
Roberto Ohrt, Axe Heil, Bernd M. Scherer e.a., Aby Warburg. Bilderatlas MNEMOSYNE. The Original. (Berlijn: Hatje Cantz Verlag, 2020).
Laura Tack, The Fortune of Gertrud Bing (1892-1964). A Fragmented Memoir of a Phantomlike Muse. (Leuven-Walpole: Peeters, 2020).
Barbara Baert is gewoon hoogleraar aan de onderzoeksgroep Kunstwetenschappen aan KU Leuven en doceert onder meer Beeld & Iconografie, Iconologie en Kunstgeschiedschrijving. Tijdens haar verblijf in het Warburg-Haus als de Aby Warburg-Professur in 2023, schreef ze Back to the Marshes over de moerasgronden van Mnemosyne (te verschijnen). Het is het laatste deel van haar trilogie About Sieves and Sieving (2019) en Looking into the Rain (2022) bij De Gruyter.

This work is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-NoDerivs 3.0 Unported License