De impact van digitale media op de geestelijke gezondheid van jongeren is een onderwerp van groeiende bezorgdheid. Jonathan Haidt wijst naar smartphones als de oorzaak voor een toename aan angst- en stemmingsstoornissen, maar de bewijslast die een verband legt tussen het gebruik van digitale media en mentaal welzijn is minder eenduidig dan Haidt suggereert.
Maken smartphones jongeren ongelukkig?
Mariek Vanden Abeele
Jonathan Haidts nieuwe boek, getiteld The Anxious Generation: How the Great Rewiring of Childhood is Causing an Epidemic of Mental Illness, zorgt voor heel wat commotie in de samenleving. In het boek spreekt Haidt, professor in de sociale psychologie aan de New York University Stern School of Business, zijn bezorgdheid uit over de impact van digitale media, en in het bijzonder socialemediaplatformen zoals Instagram en TikTok. Hij observeert immers een opmerkelijke overlap tussen de toenemende mentale gezondheidscrisis bij jongeren en de steeds groter wordende populariteit van smartphones en sociale media-platformen.
Haidt brengt wetenschappelijk onderzoek samen dat een verband vindt tussen schermtijd en het mentale welbevinden van jongeren. Het onderzoek geeft een begrijpelijk antwoord op de vraag waarom schermtijd zo slecht is voor de mentale gezondheid, in het bijzonder die van jonge meisjes. Zij vergelijken zichzelf gemakkelijker met het ‘perfecte plaatje’ dat ze te zien krijgen op Instagram en geraken gemakkelijker verstrikt in sociale drama’s over ‘likes’ en reputatie, terwijl hun tijd met echte vrienden offline afneemt. Maar ook jongens lopen risico. Zij kunnen verstrikt geraken in een fuik van online pornografie en virtuele werelden die aansluiting met de echte wereld moeilijk maken. In het licht van deze bewijslast pleit Haidt ervoor om het schermgebruik van jongeren dringend én drastisch in te perken, onder andere door de leeftijd waarop jongeren een smartphone krijgen en op sociale media mogen fors te verhogen. Haidt stelt dat, door paal en perk te stellen aan de schermtijd van kinderen en jongeren (en terug in te zetten op vrij spel), de mentale gezondheid van jongeren er terug op vooruit zal gaan. Recent experimenteel onderzoek toont immers aan dat stoppen met het gebruik van sociale media tot een verbetering van welzijn leidt.
De oproep van Haidt krijgt veel gehoor in het publieke domein. Hij raakt immers een gevoelige snaar. Volwassenen willen kinderen en jongeren doorgaans beschermen voor datgene wat hun (mentale) gezondheid schaadt, en als smartphones de oorzaak van zulke schade zijn, is het alleen maar logisch om die oorzaak weg te nemen. Anekdotisch lijkt het heel aannemelijk dat de schade er is. Vrijwel elke volwassene die thuis, op school of in de vrije tijd met kinderen en jongeren in aanraking komt, weet hoe sterk de lokroep van het scherm kan zijn. Conflicten over schermtijd zijn legio, en schermtijd wordt gelinkt aan tal van zorgwekkende problemen die Haidt dan ook terecht onder het voetlicht plaatst, waaronder cyberpesten, haatspraak, slaaptekort door nachtelijk gsm-gebruik, kinderen die gewelddadige of seksuele inhouden zien, jongeren die hun lichaam vergelijken met de mooie lichamen die ze op Instagram zien, voortdurend afgeleid zijn, en het simpelweg verliezen van kostbare studietijd door doelloos te scrollen of te gamen.
Het vervolg van dit artikel leest u in de papieren versie van Karakter 88. De volledige tekst verschijnt later online.
This work is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-NoDerivs 3.0 Unported License