Deel dit artikel
 

Tegen zijn veertigste verjaardag was de Amerikaanse schrijver James Baldwin al een household name, geroemd om zijn literair talent en scherpe inzichten over ras en identiteit. Zestig jaar later voedt zijn intellectueel nalatenschap nog steeds het publieke debat. Met name Baldwins kritische blik op de Amerikaanse samenleving en zijn strijd voor rechtvaardigheid inspireren nieuwe generaties wereldwijd.

Voorbij de dood van de auteur: 100 jaar James Baldwin

Remo Verdickt

Honderd jaar geleden werd de Afro-Amerikaanse schrijver en activist James Baldwin (1924-1987) geboren. Bij leven schreef Baldwin een uitgebreid oeuvre bijeen. In zijn essays onderzocht hij de oor­zaken en gevolgen van racisme op de Amerikaanse en Europese samenleving, in zijn romans verbond hij die inzichten aan dramatische romances waarin personages worstelen met hun geaardheid (net als Baldwin zelf), sociale status en verhouding tot ‘de ander’. Baldwins politieke schrijfsels ogen vandaag zeer actueel. Zijn analyses van politioneel geweld tegen de zwarte bevolking sluiten nauw aan bij de Black Lives Matter-beweging. Critici van Israëls hui­dige campagne in Gaza en Libanon grijpen terug naar de scherpe kritiek die Baldwin in essays en in­terviews uitte op militaristisch zionisme in de jaren zeventig. Tegelijk reikt de internationale aandacht voor Baldwins honderdste verjaardag ver voorbij activistische kringen en de academische wereld.

De afgelopen maanden gingen talloze kranten, radio­programma’s en tijdschriften dieper in op Baldwins carrière en huidige status. Zijn romans en essaybundels zijn opnieuw vertaald dan wel van prestigi­euze Engelstalige edities voorzien. Naast academi­sche conferenties duiken er festivals op in Amerikaanse en Europese steden, maar net zo goed in het Zwitserse plaatsje Leukerbad, waar Baldwin begin jaren vijftig zijn debuutroman voltooide en het ge­vierde essay Een vreemde in het dorp (recent nog herdrukt in De Witte Raaf) pende. Op sociale media regende het op 2 augustus verjaardagsfelicitaties. Op het eerste zicht verrassen al die festiviteiten niet: Baldwin is een van de meest gevierde Amerikaanse schrijvers van de twintigste eeuw, en is als zwarte homoseksuele activist een minderhedenboegbeeld bij uitstek. Toch was de huidige Baldwinmania niet alleen in een niet zo ver verleden allesbehalve van­zelfsprekend, ze lijkt ook haaks te staan op een alge­mene tendens. Terwijl het publieke belang van lite­ratuur almaar tanende is, oogt Baldwin een stuk levender dan twintig jaar geleden – misschien wel dan ooit.

Dat literatuur ooit veel centraler stond in het publieke leven, maakt Baldwins succes in de jaren vijftig en zestig duidelijk. Nadat hij het racisme in zijn thuisland ontvluchtte, schreef hij zijn eerste es­says en verhalen in naoorlogs Parijs. Vanaf midden jaren vijftig vervoegde hij de Amerikaanse Burgerrechtenbeweging en reisde hij voortdurend tussen de VS en Europa. De definitieve internationale door­braak kwam er begin jaren zestig met het dubbelessay Niet door water, maar door vuur waarin hij de balans opmaakte van institutioneel racisme in de VS, maar net zo goed scherp de zwarte Pinksterbeweging in Harlem en de opkomende Nation of Islam analyseerde. Het boek kroonde Baldwin tot de meest gevierde Afro-Amerikaanse auteur tot dan toe (zelfs vandaag kan alleen Nobelprijswinnaar Toni Morrison aan zijn statuut tippen). Tussendoor nam hij deel aan protestacties met Martin Luther King, gaf hij spraakmakende interviews en nam hij deel aan breed gemediatiseerde debatten met antropologe Margaret Mead of aartsconservatief William Buckley over institutionele onderdrukking en inter­raciale spanningen.

De ups en downs in Baldwins en Capotes postume carrières tonen hoe de literatuur, wil ze relevant blijven, voortdurend kruisverbanden aangaat

In de herfst van zijn carrière begon Baldwins reputatie te tanen. Latere romans werden op schou­derophalen onthaald, en witte critici zagen zowel zijn essays als interviews als symptomatisch voor een ouder wordende activist die zijn grip op het politieke landschap verloren had. Na Baldwins dood zette dit proces zich verder. Hoewel er rond de eeuwwisseling hernieuwde academische belangstelling voor zijn werk ontstond, waren Europese vertalin­gen nog nauwelijks verkrijgbaar en was hij groten­deels uit het Amerikaanse schoolcurriculum ver­dwenen. We zien die tanende status ook in de manier waarop Baldwin in de populaire cultuur opduikt. Neem nu Save the last dance (2001), een romantisch drama dat niet toevallig over interraciale relaties en wit privilege gaat. Aan het begin van de film start het witte hoofdpersonage Sara op haar nieuwe school in een overwegen zwarte buurt van Chicago. De leerkracht Engels vraagt de klas wat In Cold Blood (1965) van Truman Capote nu precies zo’n klassieker maakt. Sara stelt streberig dat Capote een nieuw genre uitvond, de ‘non-fictie roman.’ Klasgenoot Derek (uiteraard Sara’s toekomstige love interest) hecht weinig geloof aan die lezing: ‘Capote nam ge­woon de hardcore criminaliteit uit het getto en plaatste die in Amerika’s achtertuin. Maar hij was helemaal niet de eerste. James Baldwin deed net hetzelfde, niemand die hem nog leest.’ Sara, ver­schrikt: ‘Heel wat mensen lezen Baldwin!’ Derek: ‘Heel wat mensen zoals wie? Jij? Ik dacht het niet.’

Witte lezers waren begin jaren 2000 inderdaad heel wat minder in Baldwins werk geïnteresseerd dan grofweg veertig jaar voordien. Waar Afro-Amerikanen Baldwin bleven fêteren, was hij voor witte land­genoten een historisch artefact, de voornaamste literaire exponent van het Martin Luther King-tijdperk, en net zoals dat icoon al lang dood en begraven. Op zich is dat veranderend literair statuut natuur­lijk niets verwonderlijk. Sterren komen en gaan. Wél bijzonder is hoe Baldwin inmiddels zo’n spec­taculaire comeback heeft gemaakt, zeker in verhouding tot die andere auteur uit bovenstaande anek­dote: zijn conculega Truman Capote (1924-1984). Capote zou eind september honderd geworden zijn, maar moet het met heel wat minder media-aandacht stellen. In de Nederlandstalige pers wijdde alleen De Groene Amsterdammer een stuk aan hem, en ook in de gemiddelde boekhandel blijft hij onderbelicht. Wat vertelt dat ons over de plaats van literatuur in het publieke leven vandaag?

Het is verleidelijk om het haasje-over in Baldwins en Capotes populariteit af te doen als indicatief voor hoe overleden literaire auteurs in de eenentwintig­ste eeuw slechts tot de populaire cultuur kunnen doordringen op basis van hun celebrity-gehalte. Baldwin en Capote zijn volgens die maatstaf enigs­zins inwisselbaar. Beide schrijvers waren bij leven flamboyante mediapersoonlijkheden (en, niet onbe­langrijk, openlijk homoseksueel in een machocultuur) met een breed netwerk in de jetset society. Veeleer dan gevierd voor hun oeuvre, dienen Baldwin en Capote volgens die redenering als literaire (lees: cultureel verantwoorde) kapstok waaraan de alge­mene nostalgie voor de mythische jaren vijftig en zestig kan worden opgehangen. Aan het begin van deze eeuw zag je zo een uitgebreide interesse in Truman Capote (denk maar aan de twee biografische films, met respectievelijk Philip Seymour Hoffman en Toby Jones). Tien jaar later verschoof de focus naar Baldwin. Toch is hier allicht meer aan de hand. Veeleer dan slechts onderworpen aan popularise­ringsprocessen van celebrity en hype, tonen de ups en downs in Baldwins en Capotes postume carrières hoe vandaag de dag de literatuur, wil ze relevant blijven, voortdurend kruisverbanden aangaat met allerhande geografische, institutionele en mediale factoren. Op dit moment leent Baldwins oeuvre zich beter tot zulke kruisverbanden.

Verliest een zin zijn literaire waarde wanneer hij geretweet wordt door een influencer?

Baldwins recente revival weerstaat een eenduidige classificatie. In plaats daarvan zien we een interactie van strategieën, gebeurtenissen, en culturele processen. Zo was er de reeds aangehaalde her­nieuwde academische interesse voor zijn werk rond de eeuwwisseling, niet toevallig een periode waarin queer theory ook meer aandacht voor etnische min­derheden kreeg. Ook zouden Raoul Pecks documen­taire I Am Not Your Negro (2016) of Barry Jenkins’ romanverfilming If Beale Street Could Talk (2018) allicht trefwoorden vormen op een quizvraag, net zoals Philip Seymour Hoffmans met een Oscar be­loonde vertolking van Capote dat deed in 2005. Minstens even belangrijk is Baldwins aanwezigheid op sociale media. Filmpjes van Baldwins televisie­optredens en speechen worden gretig gedeeld, net als aforistische citaten uit zijn werk. Onderzoek toonde reeds aan dat Baldwin de meest geciteerde Afro-Amerikaanse schrijver op X (voorheen Twitter) is. Vaak situeren die citaten zich in een politieke context, denk maar aan de Black Lives Matter-protesten of discussies rond de huidige oorlog in het Midden-Oosten, maar net zo goed worden ze van alle socio-culturele context ontdaan tot ze meer weg hebben van de zelfhulpwijsheden van online­goeroes. Literatuurpuriteinen uiten regelmatig hun frustraties over dit soort populariserende toe-eige­ningen, maar de vraag is in welke mate dit wel een ‘deliterarisering’ van Baldwins woorden is. Verliest een zin zijn literaire waarde wanneer hij geretweet wordt door een influencer?

Baldwins huidige literaire statuut valt niet los te zien van zijn politieke relevantie. Als Black queer auteur is er bij Baldwin sprake van een ‘dubbel min­derheidsstatuut’ waarmee hij, in tegenstelling tot de witte Capote, verschillende minder geprivilegi­eerde gemeenschappen tegelijk vertegenwoordigt. Het politiek kapitaal van dat statuut zet hij daaren­ boven in voor uitgesproken politiek engagement in zijn werk. Zijn observaties over politioneel geweld in de jaren zestig zouden net zo goed vandaag ge­schreven kunnen zijn. Zo lezen ze dan ook op sociale media, met ingebedde artikels over George Floyd of Adama Traoré. Het roept vragen op over wat nu pre­cies literatuur ‘groot’ maakt: een tijdloze kwaliteit, of net een tijdige inzetbaarheid? Verschillende lite­ratuurwetenschappers merken op hoe Baldwin al intersectionaliteit onderzocht voor het een modieus begrip werd en zien er dan ook een verklaring in voor zijn aantrekkingskracht op een hedendaags publiek.

Vandaag wordt een publiek intellectueel gemakkelijk herleid tot een wijsheden spuiende meme

Zoals elke auteur is Baldwins postume carrière on­derhevig aan processen van simplificatie en herin­terpretatie. In de sterk gedigitaliseerde publieke sfeer van vandaag wordt een publiek intellectueel gemakkelijk herleid tot een wijsheden spuiende meme. Met zijn kleine gestalte, grote ogen en brede gesticulaties leent Baldwins fysieke verschijning zich sowieso tot een grote visuele herkenbaarheid. Toch is het opvallend hoe nauwgezet onlinegebrui­kers hem letterlijk citeren. Neem nu een populaire zin uit het essay Een zoon van Amerika: ‘Ik vermoed dat een van de redenen waarom mensen zo koppig aan hun haat vasthouden is dat ze weten dat ze, als de haat eenmaal weg is, moeten omgaan met de pijn.’ Baldwin beschrijft hier de haat van zijn stief­vader voor witte New Yorkers, en verbindt die haat met onmacht. In dezelfde tekst vergelijkt hij de frus­traties van zijn stiefvader ook met het racisme van witte landgenoten. Het is een terugkerende filosofie in Baldwins werk: hij definieert ‘onschuld’ als de onwil om de eigen pijn én die van ‘de ander’ ter er­kennen. Op sociale media worden die bredere ana­lyses herleid tot die een of twee zinnetjes die netjes onder het maximumaantal tekens vallen. Toch toont de enorme trouw aan zijn frasering dat ook in de eenentwintigste eeuw ‘de literaire auteur’ nog steeds met een zekere prestige bejegend wordt – hoe an­ders de verdere invulling van dat auteurschap ook moge zijn ten opzichte van het verleden. Tegelijk ci­teren hedendaagse navolgers bijna uitsluitend uit Baldwins non-fictie, maar haasten ze zich daarbij steeds om hem ook te vieren als romancier.

Baldwins renaissance biedt een interessante case study voor de dynamieken van hernieuwde hercanoniseringsprocessen én toont aan hoe de inter­nationale uitgeverswereld sterk aan verandering onderhevig is. I Am Not Your Negro was een belang­rijke katalysator in de herintroductie van Baldwin bij een breed publiek. In de nasleep van die film, en zeker ook de romanverfilming van If Beale Street Could Talk, begonnen Europese uitgeverijen sterk te investeren in hervertalingen van Baldwins werk. Daarbij lag de focus vooral op zijn romans, wat weer aangeeft hoe het commerciële boekenlandschap nog altijd literaire auteurs met fictie vereenzelvigd, ook wanneer hun revival veelal aan essays gelinkt is. De meeste Europese uitgeverijen gaven er na een twee- of drietal vertalingen de brui aan. Celebrity-status en actuele relevantie leken dan toch niet ge­noeg om ook een heropleving in boekenverkoop te garanderen. Of lag het aan marketingstrategieën? Één uitgeverij die wel doorzette is het middelgrote Duitse dtv Verlag. Ook dtv richt zich hoofdzakelijk op Baldwins romans (inmiddels hebben ze er vijf van de zes hervertaald) maar heeft dusver ook al drie essaybundels heruitgegeven. In tegenstelling tot andere uitgeverijen zet dtv sterk in op een con­gruentie van factoren die bijdragen aan Baldwins populariteit. In Miriam Mandelkow hebben ze een vaste (witte) vertaler aangesteld die publiekelijk in dialoog gaat met Duitse intellectuelen van kleur over vertaalstrategieën en de ethische hangijzers van Baldwins werk.

De Europese boekenwereld lijkt te beseffen dat ze niet langer voorbij kan gaan aan een dialoog met ontwikkelingen in andere media en instituten

Daarnaast is er ook dtv’s uitgekiende promotiecam­pagne, die niet toevallig begon op sociale media. Het vertaalproject werd in 2018 aangekondigd met de hashtag #Baldwinistüberall, verwijzend naar een essay van de Afro-Amerikaanse Baldwinexpert Eddie Glaude. ‘Overal,’ maar nog niet in Duitse vertaling en dtv belooft ‘daar verandering in te brengen’. Aan de tweet voegen ze een van Baldwins meest geci­teerde zinnen toe: ‘Not everything that is faced can be changed, but nothing can be changed until it is faced.’ Datzelfde citaat prijkt later ook op de omslag van hun vertaling van Baldwins debuutroman. Nochtans komt de zin helemaal niet uit dat vertaalde werk maar wel uit een eerder obscuur essay, dat tot op vandaag nog niet in Duitse vertaling gepubliceerd is. Dtv’s strategie bestaat eruit Baldwins politieke reputatie en online-circulatie expliciet te verbinden aan zijn literaire kwaliteiten. Daarvoor hoeft de uit­geverij niet veel meer te doen dan zijn oneindige ci­teerbaarheid en impact op hedendaagse Duitstalige intellectuelen oppervlakkig aan te halen. Na de dood van George Floyd mengde dtv zich prompt in het racismedebat door een week lang Niet door wa­ter, maar door vuur gratis op al hun onlineplatforms aan te bieden. Op zijn honderdste verjaardag tonen andere uitgeverijen opnieuw interesse in Baldwins werk en volgen ze dtv’s voorbeeld – zelfs met het­zelfde ‘Not everything that is faced’-citaat. De Europese boekenwereld lijkt te beseffen dat ze niet lan­ger voorbij kan gaan aan een dialoog met ontwikke­lingen in andere media en instituten.

En wat dan met Truman Capote? Ook Capotes heropleving aan het begin van deze eeuw vertoonde interessante raakvlakken met andere domeinen. Die heropleving (zeker de twee biografische films) richtte zich immers vooral op het ontstaan van Capotes non-fictie roman In Cold Blood. Reeds in de jaren zestig beïnvloedde het boek al een golf van true crime literatuur, maar het was rond de eeuw­wisseling dat dat genre ook de oversteek maakte naar audiovisuele media – denk maar aan The Stair­case of de Paradise Lost-documentaires. Inmiddels hebben eindeloze podcasts en Netflix-reeksen het genre steeds verder gedreven, en is Capotes impact erop van A tot Z verteld. Enkele maanden geleden werd het tweede seizoen van de televisieserie Feud gewijd aan Capotes relatie met zijn vrouwelijke muzen en zijn onvoltooide laatste werk. Het is het­zelfde literaire procedé als I Am Not Your Negro (het ongepubliceerde magnum opus) maar vooral viel op hoe een volledige aflevering werd gewijd aan een gefingeerde ontmoeting tussen Capote en Baldwin. Anno 2024 moet een populariserend werk over Capote expliciet zijn verhouding tot Baldwin opzoeken. Baldwins nalatenschap heeft recent een film- en televisiedeal gesloten met Fremantle, een produc­tiehuis dat vooral bekend is van spel- en realitypro­gramma’s zoals American Idol en Keeping up with the Kardashians. Ondertussen staan er alweer minstens vijf academische monografieën over Baldwin in de stijgers. Het heeft er alle schijn van dat Baldwin nog wel even zowel in de universitaire boekenkast als in de populaire cultuur zal terug te vinden zijn.

Remo Verdickt is postdoctoraal onderzoeker, verbonden aan de Onderzoekseenheid Engelse Literatuur van KU Leuven. Zijn onderzoekt spitst zich toe op de relatie van het Amerikaans Hooggerechtshof tot de literatuur.

 
 
Deel dit artikel
Gerelateerde artikelen