Deel dit artikel

De lancering van de digitale Encyclopedie van de Vlaamse Beweging en het bijbehorende boek De Synthese zijn een belangrijke stap in het toegankelijk maken van de rijke geschiedenis van de Vlaamse beweging. Deze naslagwerken bieden niet alleen inzichten in klassieke thema’s zoals taal en cultuur, maar leggen ook nieuwe klemtonen op thema’s zoals diversiteit en natuur. Een absolute aanrader voor wie zijn culturele en historische kennis over Vlaanderen wil verdiepen, oordeelt Lars Bernaerts.

De avonturen van de encyclopedie

Lars Bernaerts

In 2022 verschijnt De encyclopedieën van de val, een boek vol spannende avonturen van de Belgisch-Nederlandse dichter en criticus Marc Kregting. Het boek is opgevat als een encyclopedie en de avontu­ren vermommen zich dan ook als alfabetisch geor­dende weetjes en verklaringen. Elk lemma heeft van verre of nabij te maken met neerwaartse bewegin­gen, in letterlijke of overdrachtelijke zin. De carnavalshit van het lemma ‘Door, Zak eens lekker’ verschijnt er naast ‘Katabasis’ (de afdaling in de hel) of ‘Smith, Taylor’, die haar vriendin ‘van een achttien meter hoge brug in een rivier’ duwde. ‘Morsen’ is een vorm van vallen die aandacht verdient naast de ‘Spatie’, waarmee samenstellingen in het Nederlands, onder invloed van de Engelse spelling, steeds meer uiteenvallen.

Gaandeweg ontstaat niet alleen een literaire bril­jant die allerlei facetten van het vallen laat schitte­ren, we leren ook de encyclopedist kennen in zijn fascinaties en zijn alledaagse realiteit. Kregting, Marc is ‘Uw gids in bange dagen. Ook in vrolijke’, zo wijst het bijbehorende lemma uit. Dat epitheton herin­nert aan een danteske hellevaart: de lezer daalt af in de onderwereld van het vallen en gevallenen, onder begeleiding van Vergilius Kregting: de encyclopedie als goddelijke komedie. Deze Kregting liet zijn fiets­sleutel vallen toen hij voor het eerst de trein nam van Antwerpen naar Nederland. Ook handschoenen ver­geet hij vaak. Toen hij zich als Nederlander in Ant­werpen vestigde, associeerde hij een ‘valling’ nog met een neerwaartse beweging. Zijn eerste grote vliegreis maakte hij naar Nieuw-Zeeland. Dat hij een veellezer is, van poëzie houdt en het literaire leven volgt, komt uit heel wat lemma’s naar voren. We vernemen met andere woorden heel wat over het leven en de lectuur van de encyclopedist. Dat gegeven is meer dan een frivole franje van het boek, want het zegt iets wezenlijks over het genre van de encyclopedie. Zo begrijpt de lezer dat de encyclope­die weliswaar exhaustiviteit, solide kennis en on­ontkoombare orde uitstraalt, maar evengoed arbi­traire keuzes maakt, verhalende elementen bevat en persoonlijke verbanden inhoudt. Er is dus een spanning tussen de retoriek en de realiteit van de encyclopedie. Bovendien is elk lemma een open­schuivend luikje dat zicht geeft op andere luikjes die de encyclopedie weer kan openen of gesloten kan laten. Zoals in de onderwereld is het in de encyclo­pedie immers heerlijk dwalen. Het genre is een gids in het verdwalen.

Wat voor plaats is er weggelegd voor een encyclopedie van de Vlaamse beweging in een tijd van internationalisering en digitale informatiestromen?

Kregtings lichtvoetige Encyclopedieën zijn onverwacht verhelderend voor het project van die andere recente, groots opgezette encyclopedie, de herziene, digitale Encyclopedie van de Vlaamse beweging (EVB). De EVB staat als academische onderneming schijn­baar los van de literaire en verhalende pool van de encyclopedie. Maar we kunnen ons afvragen hoe de encyclopedie zich verhoudt tot Het verhaal van Vlaanderen (VRT, 2023) en De canon van Vlaanderen (2023) die in dezelfde periode verschijnen en die – veelzeggend genoeg – als lemma in de EVB verschij­nen. Draagt de EVB dan niet bij tot zo’n canon, aangezien ze omschrijft welke personen, instellingen en gebeurtenissen uit het Vlaamse verleden waar­devol zijn, zeker in de overzichtsstukken? En tekent zich in de overdonderende veelheid van onderwer­pen geen ‘verhaal van’ of ‘perspectief op’ Vlaande­ren af? Wat voor plaats is er bovendien weggelegd voor een encyclopedie van de Vlaamse beweging in een tijd van internationalisering en digitale informatiestromen?

Om te beginnen is de EVB een geschiedenis met een rijke geschiedenis. De eerste versie verscheen in de jaren zeventig en had een relatief afgebakend object voor ogen, ook al vertakte dat zich sterk in maat­schappelijke domeinen, van politiek, onderwijs, economie, kunst, literatuur, muziek, enzovoort. Ook hier opent elk lemma een uitzicht op luikjes die weer andere lemmata openen. Wat de lemmata van de encyclopedie gemeen hadden, was de band met de Vlaamse kwestie, de ‘voortdurende discussie over vraagstukken zoals de taalkwestie, emancipa­tie, de wording van een Vlaamse natie’. In eerste instantie ziet de EVB de Vlaamse beweging als een taalbeweging, maar verder ook als een pleitbezor­ger van de ‘geestelijke en materiële ontwikkeling’ en de autonomie van het landsgedeelte. In 1998 verscheen er een Nieuwe Encyclopedie van de Vlaamse Beweging. Vijfentwintig jaar later, in de huidige editie, verbreedt de encyclopedie haar blik en ver­schuift de aandacht naar beeldvorming, cultureel nationalisme en transnationale verbanden. Naast taal en politiek zet de EVB dan ook thema’s als ‘pers en media’, ‘jeugd en onderwijs’, ‘middenveld en drukkingsgroepen’ in de etalage. In de woorden van de redactie: ‘Deze digitale encyclopedie wil weten­schappelijke kennis over de Vlaamse beweging op een vernieuwende manier toegankelijk maken voor een breed publiek. Met een virtueel platform be­staande uit duizenden lemma’s, afbeeldingen en objecten wil de EVB het vertrekpunt zijn voor ken­nis over de Vlaamse beweging, het Vlaams-nationalisme en het nationalisme in Vlaanderen.’ Wat evident is, mag hier niet ongezegd blijven: de EVB is een weergaloze schat van informatie, een bron van geüpdatete kennis uit de pennen van experten ter zake, een megaproject waarvan de coördinatie en redactie een gigantische opdracht geweest zijn en steeds blijven.

De EVB is een weergaloze schat van informatie, een bron van geüpdatete kennis uit de pennen van experten ter zake

De verruiming is goed af te lezen van het bijbeho­rende, lijvige papieren boek, dat de redactie als De synthese presenteert, met hoofdstukken over onder andere Congo, film, gender, literatuur, natuur, tele­visie. Het boek behandelt ook internationale betrekkingen en vergelijkingen met Duitsland, Frankrijk, Spanje en Wallonië. Zo encyclopedisch als de ency­clopedie is het boek niet; het bevat vooral over­zichtsartikelen die de breedte en recente visies op de materie vertegenwoordigen. Daarin neemt de narrativisering toe; niet de gegevens en verklarin­gen maar de brede historische verbanden tellen. Wie het scherp stelt, kan zeggen dat De synthese ingaat tegen de geest van de encyclopedie. In het geheel van het boek kan de lezer duidelijke constel­laties herkennen in het sterrenstelsel, met verbin­dende lijnen tussen hoofdstukken als het gaat om activisme tijdens de Eerste Wereldoorlog, collabo­ratie tijdens de Tweede Wereldoorlog en repressie in de naoorlogse periode. Zowel de digitale encyclo­pedie als het boek zijn echter ook een slokop. Dat ligt in de logica van de encyclopedie. Een encyclo­pedie heeft immers een totaliserende aanspraak, ook al is de realiteit van de encyclopedie altijd ook selectief en zelfs arbitrair. Zeer uiteenlopende do­meinen, historische figuren en instellingen worden in het kader van de Vlaamse Beweging behandeld, gaande van de partij Groen en abolitionisme tot het middelbaar onderwijs en het corporatisme.

Dat ligt niet altijd voor de hand, tenzij je de ency­clopedie ziet als een encyclopedie van de Vlaamse geschiedenis of kortweg van Vlaanderen. In zijn toe­gankelijke en erudiete inleiding raakt Bruno De Wever dit punt zelf ook aan, wanneer hij constateert dat de geschiedenis van de Vlaamse beweging ‘steeds meer samen[viel] met de geschiedenis van Vlaanderen zelf’. Is het dan geen gemiste kans om de vernieuwde encyclopedie om te dopen tot een ‘encyclopedie van Vlaanderen’? Door de veelheid aan perspectieven en verbanden binnen de EVB is het in elk geval heerlijk om gegidst te verdwalen, om sporen van kennis te volgen die leiden van het dagblad Vlaemsch België (1844) naar schrijver-redacteur Domien Sleeckx (1818-1901), via De Dage­raed naar de Koninklijke Nederlandse Schouwburg (1853-1998) en zo naar Joris Diels (1903-1992). Wie zijn algemene culturele en historische kennis over Vlaanderen wil versterken, is hier aan het goede adres.

De synthese eindigt met een terugblik door Ludo Simons, encyclopedist van het eerste uur aan de zijde van Jozef Deleu, Gaston Durnez en Reginald de Schryver. Het is leerzaam dat Simons zichzelf karakteriseert als een academicus die de Vlaamse beweging met afstand bezag én tegelijk als flamin­gant. In het discours van Simons is er eigenaardig genoeg geen tegenspraak tussen die twee, terwijl je dat wel zou verwachten. Hij onderschrijft het oor­spronkelijke programma om ‘met de koele blik van de registrator waar te nemen’ en noemt zich een ‘studeerkamerflamingant’ in de traditie van zijn vader Jozef, auteur van de roman Eer Vlaanderen vergaat (1927). Verder in zijn epiloog pleit hij voor een autonoom Vlaanderen met Antwerpen als hoofd­stad en spreekt de koele registrator in de wij-per­soon over de Vlaamse strijd. De epiloog is niet voor niets een epi-loog en staat dus enigszins buiten het hoofdverhaal, maar elke lezer begrijpt dat object (Vlaamse Beweging) en subject (het bijna uitslui­tend Vlaamse auteurschap) elkaar overlappen. Zoals in Kregtings boek laat de vrolijke encyclopedist zich kennen en bestudeert hij ook zichzelf. Niet voor niets worden de medewerkers van de EVB ook zelf een lemma: de rollen van Jozef Deleu, Ludo Simons, Bart De Wever en Bruno De Wever in de Vlaamse be­weging kan je erin nalezen.

Nemen we er Kregtings eigenzinnige invulling bij, dan is een encyclopedie onder andere een ‘Hobbyprojectje van Voltaire c.s., om de mensheid te ont­stichten van bijgeloof’ of ook wel ‘Boek waarvan ik in mijn oerjaren de auteur meende te weten maar nog niet te kennen: God. Alles zou worden ver­klaard’. Het lemma brengt de ambities van de ency­clopedie in herinnering en breekt ze ook ironisch af. Voor de vroegste encyclopedisten, of beter: de au­teurs met wie we de geboorte van de encyclopedie het sterkst associëren, stilt het genre de honger naar kennis van verschillende disciplines. In de tijd van de verlichting was er zoveel kennis beschikbaar dat die niet meer eenvoudig toegankelijk was voor de geletterde mens. De achttiende-eeuwse encyclope­die kwam daaraan tegemoet. In de encyclopedie uitgegeven door Denis Diderot en Jean Le Rond d’Alembert ontstond zo een tendens van totalise­ring van kennis door een collectief: meer dan 140 auteurs, onder wie Voltaire, droegen bij tot de Ency­clopédie en zo ook tot verlichtingsideeën van rede, en de mogelijkheid van dieper begrip zonder gods­dienstig kader. Dat het om een collectieve onderne­ming ging, zoals de EVB vandaag, is te relateren aan de veranderende status en omvang van kennis: ‘la science universelle n’est plus à la portée de l’homme’, zoals de Encyclopédie stelt. In onze tijd van brede beschikbaarheid van data mondt dat collectieve auteurschap uit in een semi-anonieme burgerwetenschap waar iedereen toe kan bijdragen, zoals cultuurhistoricus Peter Burke het in A Social History of Knowledge (2012) beschrijft: het Wikipedia-model. Dat nieuwe ijkpunt van kennis van onderuit, snelle updates en makkelijke doorzoekbaarheid, is een maatstaf waar ook de EVB zich aan moest meten.

De encyclopedie moet bovenal kennis en pas dan verhaal zijn; haar auteurs moeten zich realiseren dat informatie nog geen kennis is. In tijden van internet en Wikipedia is er aan informatie geen ge­brek. Verwijzend naar de antropoloog Claude Lévi- Strauss noemt Burke informatie ‘rauw’, terwijl ken­nis ‘gekookt’ is. Zoals het voedsel dat we eten door­gaans bewerkt is, zo is ook kennis de uitkomst van bewerkingen. Burke benoemt ze: ‘verification, criti­cism, measurement, comparison and systematization’. Een encyclopedie zoals de EVB zet vooral in op de consolidatie van elders geproduceerde kennis. Dat betekent dat de lezer de synthese van heel wat recent onderzoek vindt, bijvoorbeeld in bijdragen over de wereldoorlogen of over gender. Als gekookte kennis biedt de EVB ‘zelfs’ in tijden van Wikipedia en generatieve AI een enorme meerwaarde, al blijft het een uitdaging om die nieuwsoortige kennispro­ducenten bij te benen. Hoewel mijn papieren exem­plaar uit de jaren zeventig nog niet in de papiercon­tainer gaat, speelt de EVB goed in op digitale publi­catiepraktijken, zoals de mogelijkheid tot reactie en interactie, de vele kruisverwijzingen, de updates, een thuispagina als etalage, illustraties en een over­zicht van de redactiegeschiedenis. De redactie heeft de EVB toekomstbestendig gemaakt. Zo kan de EVB in de eenentwintigste eeuw meer dan ooit fungeren als een toegankelijke bron van kennis over Vlaande­ren, veelomvattend qua onderwerpen, voortbou­wend op een traditie van onderzoek, met snel vind­bare informatie en doorgekookte kennis.

De website is een verzamelplek van figuren en instituten die anders tussen de plooien verdwijnen. Wie kent de socialist en anarchist Edward Joris nog? Aan het begin van de twintigste eeuw verhuist de Antwerpenaar naar Constantinopel, waar hij sym­pathiseert met de onderdrukte Armeniërs en be­trokken raakt bij een aanslag op de Turkse sultan. Wie weet wat de Brusselse Folies-Bergère betekende voor de Vlaamse beweging? Het aanvankelijk Frans­talige huis wordt na de eerste wereldoorlog en blijft tot eind jaren vijftig een volksschouwburg voor komedie, cabaret, revue en operette in het Nederlands. Biedt Wikipedia ons nog wat inzicht in het leven van Edward Joris, voor de Folies-Bergère heeft ze slechts enkele zinnetjes over. De EVB bewaart en verankert dus kennis die anders verloren dreigt te gaan en die dankzij het solide bronnenonderzoek in zo veel lemmata de bouwstoffen kan vormen voor verder onderzoek. Maar ook aan de lezer die houdt van Kregtings Encyclopedieën van de val, die met andere woorden houdt van spoorzoeken en dwalen, die de lichtvoetige onderzoeker gereflecteerd ziet in het onderzoek, heeft de EVB veel te bieden.

https://encyclopedievlaamsebeweging.be/

Marnix Beyen et al., Encyclopedie van de Vlaamse beweging: De synthese. (Tielt: Lannoo, 2024).

Lars Bernaerts doceert moderne Nederlandse letterkunde aan de Universiteit Gent. Zijn onderzoek en publicaties gaan over vertelen verhaaltheorie, experimentele literatuur en hedendaagse Nederlandstalige romans.

Deel dit artikel
Gerelateerde artikelen