Deel dit artikel

het woonbeleid in onze contreien heeft lange tijd vooral ingezet op woningbezit. in de jaren ’90 bleek echter dat dit niet volstond om de grootste problemen met betaalbaarheid en kwaliteit van wonen op te lossen. sedertdien is er een trage maar duidelijke verschuiving geweest naar een beleid gericht op huren, en dan vooral sociaal wonen. sociale woningen worden niet toegewezen aan huurders volgens de principes van de vrije markt, wel volgens door de overheid vastgelegde regels. de vlaamse sociale huisvesting doet het op vele vlakken goed, maar het kan beter. de fusie van socialehuisvestingsmaatschappijen en socialeverhuurkantoren waartoe de vlaamse regering in 2019 besliste, moet daartoe bijdragen, maar verloopt niet zonder slag of stoot.

De Vlaamse sociale huisvesting in woelig water

Sien Winters

Onze sociale huisvesting heeft al een lange geschiedenis. Ze ontstond hier in België einde 19de eeuw, als antwoord op de slechte woonomstandigheden van arbeiders. In tegenstelling tot meerdere andere landen koos ons land er minder voor deze woonproblematiek aan te pakken met de bouw van sociale woningen, maar vooral met het stimuleren van eigen woningbouw. Aan de basis van deze beleidskeuze lag de visie van de katholieke partij dat een eigen eengezinswoning belangrijk was voor een stabiele gezinssituatie. Hoewel in bepaalde periodes de bouw van sociale woningen voorrang kreeg, bleef doorheen de geschiedenis de nadruk liggen op het stimuleren van eigen woningbezit, ook voor de wederopbouw na de wereldoorlogen, o.a. met het toekennen van bouwpremies en de bouw van ‘kleine landeigendommen’. Toch blijven de 30 jaren na de Tweede Wereldoorlog de periode waarin de socialewoningvoorraad het meest aangroeide. De genereuze overheidsleningen aan de huisvestingsmaatschappijen (op 66 jaar en aan lage intrest) droegen echter ook bij tot een groei van de overheidsschuld, in het bijzonder toen de inflatie en de rentetarieven hoge toppen scheerden in de jaren 70. Deze schuldbelemmerde vanaf de jaren 1980, samen met de economische crisis, verdere investeringen.

In 1991 leidde ‘Zwarte Zondag’ tot een kentering. De doorbraak van het Vlaams Blok bij de federale verkiezingen van 24 november deed de nieuwe Vlaamse regering pogingen doen om de vermeende kloof met de burger te dichten en was de directe aanleiding tot het ‘Urgentieprogramma voor de sociale huisvesting’, dat als doel had om 10 000 extra sociale woningen te bouwen op vier jaar tijd. Kort daarvoor was de bevoegdheid voor het huisvestingsbeleid overgedragen naar de gewesten. In 1994 werd het recht op wonen opgenomen in de Belgische grondwet. Dit grondrecht realiseren werd de centrale missie van het Vlaamse woonbeleid, wat in 1997 werd verankerd in de Vlaamse Wooncode (inmiddels ‘Vlaamse Codex Wonen’), die nog steeds de decretale basis is van het Vlaamse woonbeleid.

Het vervolg van dit artikel lees je op papier in Karakter 81. De volledige tekst verschijnt later online.
Deel dit artikel
Gerelateerde artikelen